Weer verder met ‘Gedichten van Friedrich Hölderlin’
vertaald door Ad den Besten.
Verder met
‘Grootvaders portret
Ne virtus
ulla
pereat!
Oude vader! gij blikt steeds nog gelijk voorheen,
toen gij gaarne verbleeft onder de sterflijken,
zij het rustiger toch, en
als de zaligen, zonniger
in de woning, waar nu, vader! het zoontj’ u noemt,
waar het blij voor u speelt en op het groen tapijt,
als een lam in de weide,
speels de wereld ontdekt, zolang
hem zijn moeder dit gunt. Verre zich houdend, ziet
liefdevol zij slechts toe, stil zich verwonderend
om zijn woordjes en om zijn
jong verstand en zijn bloeiend oog.
En aan vroeger denkt zij, denkt aan haar man, uw zoon,
aan de lieflijke mei, toen hij zo leed om haar,
aan de bruidsdagen, toen de
trotse voegzaamheid leren moest.’
(Bladzijde 233) Dit is gedicht 52. Morgen verder met dit gedicht ‘Grootvaders
portret’.