Weer verder met ‘Gedichten van Friedrich Hölderlin’
vertaald door Ad den Besten.
Verder met
‘Bemoediging
O hoop! de hoven zingen eerlang niet meer
alléén de lof des levens, de tijd komt aan,
dat uit de mond der mensen zij, de
schonere ziel, zich opnieuw verkondigt,
opdat de Aether, zo met de mens vereend,
meer liefde uit kan schenken en bij de dank
van vrome kinderen eerst recht der
aarde oneindige borst kan aad’men –
de tijd, dat onze dagen weer bloemen zijn,
waarin de zon des hemels haar evenbeeld
stil ziet weerspiegeld, en het licht weer
blij in de blijden zich kan herkennen,
en hij die spraakloos heerst en die onbekend
bereidt wat staat te komen, de God, de Geest
opnieuw – o schone dag! – voor lange
jaren in mensentaal zelf zich uitspreekt.’
(Bladzijde 237) Dit is gedicht 53. Morgen verder met ‘Dichtermoed’.