Weer verder met ‘Gedichten van Friedrich Hölderlin’
vertaald door Ad den Besten.
Verder met
‘De enige
Toch, iets van schroom weerhoudt mij ervan,
met u te vergelijken
de mannen van de wereld, al weet ik wel:
uw Vader is dezelfde die hen
verwekt heeft. Christus immers heeft ook alleen
gestaan onder zichtbare heemlen en sterren, zichtbaar voor
’t vrijmachtige over het ingezette, met verlof van God,
en de zonden der wereld, die namelijk zijn de verduistering
der kennis, wanneer door de dadendrift der mensen het duurzame
wordt overwoekerd, en boven hem was der sterren moed. Want altijd juicht de
wereld
van deze aarde weg, zodat zij die
ontbloot laat, waar het menslijke haar niet vasthoudt. Nochtans blijft er
een spoor van een woord, dat een man opving. De plaats echter was de woestijn.’
(Bladzijde 331-333) Dit is gedicht 70. Morgen verder met dit gedicht ‘De
enige’.