Weer verder met ‘Gedichten van Friedrich Hölderin’ vertaald
door Ad den Besten.
Verder met
‘Het vrolijke leven
Lieflijk landschap, waar mijn voeten
nu langs effen paden gaan, –
d’ avondwind komt zacht mij groeten
en heel langzaam stijgt de maan.
Hoe eenvoudig is het leven
hier, waar groots de bergen zijn.
Huistoe ga ik mij begeven
voor een goed glas gouden wijn.’
(Bladzijde 369-371) Dit is gedicht 75. Morgen verder met ‘De wandeling’.