Verder met ‘’Hölderlin,biografie van een mysterieuze dichter’ van Rüdiger Safranski.
‘Voorwoord
Poëzie was voor Hölderlin leeftocht, in de hoogste zin, in eenzaamheid en
verbondenheid. Zijn moeder kon dat niet begrijpen, ze wilde dat
hij predikant werd. En de jonge Hölderlin ging eerst braaf de weg die daarheen
leidde, in Württemberg werden het de kloosterschool
Denkendorf, daarna Maulbronn en ten slotte het Stift in Tübingen.
Daar raakte de dichter, die hij zich toen al voelde, ook bezield door de
filosofie, waarvan in die tijd een opwindende sfeer van vernieuwing
uitging. Hegel, Schelling en Hölderlin onderhielden in het Stift een
vriendschapsband, die ze hun ‘onzichtbare kerk’ noemden. Dat is geen
onbeduidende episode in de ontwikkeling van het Duitse idealisme geweest.
Als het in 1796 in het legendarische document over de gezamenlijke filosofie van
de vrienden – later het ‘oudste systeemprogramma van
het Duitse idealisme’ genoemd – stoutmoedig en jeugdig bezield heet:’we
moeten een nieuwe mythologie hebben’, dan was dat een belofte
die ieder van de vrienden op zijn eigen wijze zal inlossen; maar het was
Hölderlin die geen genoegen nam met alleen filosoferen over die
mythologie.’
(Bladzijde 11-12) Morgen verder met het voorwoord.