Weer verder met ‘Hölderlin, biografie van een mysterieuze
dichter’ van Rüdiger Safranski.
Verder met
Hoofdstuk 1
‘De wijnkelder werd rijkelijk met voorraden gevuld, al bleek de handel
verliesgevend. Gok had nog niet veel
ervaring in de wereld van de wijn; maar zo was hij nu eenmaal, onbekommerd, vol
ondernemingslust en
zelfvertrouwen. De in grote hoeveelheden opgeslagen zure wijn vond weinig aftrek,
waarover Johanna later
in haar testament nog een afkeurende opmerking maakte, zoals ze in het algemeen
haar tweede echtgenoot
verweet dat hij te royaal omging met geld dat niet van hem was.
Met steun van Bilfinger en verzekerd van Johanna’s vermogen spande Gok zich met
succes in om burgermeester
van Nürtingen te worden. In 1776 werd hij gekozen. Vanzelfsprekend waren er
mensen die jaloers waren op zijn al
te snelle opmars naar de ‘eerbaarheid’, maar verder oefende hij zijn ambt
naar algehele tevredenheid uit. Johanna
kon trots op hem zijn. Rang en aanzien waren belangrijk voor haar en die eerzucht
gaf ze ook door aan haar zoon,
die er trots op was tot de ‘eerbaarheid’ te behoren.’
(Bladzijde 17) Morgen verder met dit hoofdstuk.