Weer verder met ‘Hölderlin, biografie van een mysterieuze
dichter’ van Rüdiger Safranski.
Verder met
Hoofdstuk 5
‘Maar zo geheel in zichzelf gekeerd verliep zijn leven toch niet, daarvoor
waren de politieke ontwikkelingen
in de buitenwereld, waarvoor in het Stift levendige belangstelling bestond, te
opwindend. De Franse Revolutie
was in haar terroristische fase overgegaan en de polarisering tussen de radicale
jakobijnen en de gematigde
girondijnen was ook in het Stift te merken. Hölderlin werd als een jakobijn
gezien – hij had in elk geval de executie
van de koning goedgekeurd – al deed hij tegenover zijn moeder uiteraard alsof hij
tot de gematigden behoorde.
Maar toen Charlotte Corday de radicale jakobijn Marat, die de mensen in 1792 had
opgehitst tot de beruchte
septembermoorden, in zijn badkuip doodstak, begroette hij die daad. Voor hem was
Marat te ver gegaan, hoeveel
sympathie Hölderlin ook voor de jakobijnen opbracht. De ‘schandelijke tiran’
was door de ‘nemesis’ van het volk
overvallen, schreef hij aan zijn broer (MA II, 501).’
(Bladzijde 67) Morgen verder met dit hoofdstuk 5.