Weer verder met ‘Hölderlin, biografie van een mysterieuze
dichter’ van Rüdiger Safranski.
Verder met
Hoofdstuk 5
‘Maar de verschillen tussen de radicalen en de gematigden telden amper voor
de hertog, die steeds verontruster
raakte door de politieke handel en wandel in het Stift. Voor hem was het zonder
onderscheid een afschuwelijk ‘demo-
cratisme’, dat niet kon worden geduld, en hij eiste dat de leiding van het
Stift harder zou optreden. In september 1793
kwam het bij het feestelijk parade-examen tot een schandaal. Karl Christoph Renz,
in de laatste jaren steeds de primus,
zou in aanwezigheid van de hertog ook ditmaal weer de prijs krijgen. Maar Renz
weigerde deelname. Officieel motiveer-
de hij zijn weigering met de kantiaanse ethiek van de plicht, die hem een gedrag
verbood ‘alsof kleingeestige uiterlijke
voordelen me zouden kunnen brengen tot een betere vervulling van mijn plichten’
(MA III, 793). Men was onder de indruk
van dat morele rigorisme, maar iedereen wist wel dat het ook een politiek protest
tegen de hertog was. Maar het aanzien
van Renz was zo groot dat er niet tegen hem werd opgetreden.
Hier zijn een paar opmerkingen relevant over die eigenaardige en imposante
persoon, over wie we verder zo weinig weten.
Zoals gezegd, Renz was jaren achtereen onbetwist de primus geweest, onbereikbaar
ook voor Hegel, Schelling en Hölderlin.’
(Bladzijde 68) Morgen verder met dit hoofdstuk 5.