Weer verder met ‘Hölderlin, biografie van een mysterieuze
dichter’ van Rüdiger Safranski.
Verder met
Hoofdstuk 5
‘Hegel, die ook terugschrok voor het beroep van predikant, had een baan
gevonden als huisleraar in Zwitserland,
en ook Hölderlin was daar graag heem gegaan. Hij voelde zich ‘bekwamer voor
het leraarschap dan voor het pre-
dikantambt’, schreef hij aan zijn moeder (MA II, 647). Hij had er enig
vooruitzicht op. Maar hij uitte ook de wens in
Jena zijn studie filosofie voort te zetten. Hij bereidde zijn moeder erop voor
dat hij binnenkort een beroep zou moe-
ten doen op enig geld uit zijn vermogensdeel om de reis te bekostigen, of die nu
naar Zwitserland of naar Jena zou
gaan. ‘Jena noch Zwitserland heeft een oorlog te vrezen’, maar als de oorlog
toch naderbij zou komen, ‘dan zal ik
mijn familie natuurlijk niet verlaten en ik zal blijven’ (MA II, 505). Zijn
moeder zag in het aanbod meteen de gelegen-
heid hem te vragen voorlopig nog in Nürtingen te blijven, waarop Hölderlin
antwoordde hoe onaangenaam hem dat
zou zijn, want ‘de mensen’ zouden zeggen ‘dat hij op de zak van zijn moeder
teerde en haar totaal niet hielp’ (MA II,
506). Het zou ook kunnen gebeuren dat als hij werkeloos thuiszat het consistorie
hem ‘in zijn kraag zou vatten’ en
hem in het predikantenambt zou kunnen ‘dwingen’.’
(Bladzijde 69-70) Morgen verder met dit hoofdstuk 5.