Weer verder met ‘Hölderlin, biografie van een mysterieuze
dichter’ van Rüdiger Safranski.
Verder met
Hoofdstuk 5
‘’Lida, zie! Betoverend omwonden/ Is onze hele liefde in des Scheppers hand,/
Aard en hemel verand’ren trouw
verbonden,/ Melodie en ziel knoopt onze liefdesband’ (MA I, 102) – en zo gaat
dat eindeloos door, negen strofen
lang. De gevoelens bekoelden al snel. Maar de overwinning op zijn rivalen
bewerkstelligde wel dat de relatie nog
een tijd doorsudderde, zonder enig vuur. Zijn moeder, die ingewijd was, keurde de
relatie goed, Elise was immers
afkomstig uit een hoogst respectabel huis en zou een goede partij zijn geweest.
Zijn moeder had hem daar waar-
schijnlijk flink mee aan zijn hoofd gezeurd, maar medio juni 1791, dat was al in
het stadium van de afkoeling, schreef
Hölderlin aan zijn moeder: ‘Bij gelegenheid moet ik u iets uitleggen dat ik al
sinds jaar en dag van zins ben niet te trou-
wen (MA II, 473). De redenen zijn gelijk aan die welke hij ook bij zijn scheiding
van Louise Nast had genoemd: zijn stem-
mingswisselingen; zijn eerzucht, die uitging naar literaire roem; zijn niet nader
omschreven ‘projecten’; en niet in de laat-
ste plaats zijn weerzin tegen huwelijk en huiselijkheid in het algemeen.
In december 1793 nam Hölderlin dus afscheid. Voor hem had het avontuur amper
gevolgen, voor Elise kennelijk ook
niet, want ze vond al snel troost bij een opvolger, met wie ze ten slotte in 1798
ook trouwde.’
(Bladzijde 74-75) Morgen verder met dit hoofdstuk 5.