Weer verder met ‘Hölderlin, biografie van een mysterieuze
dichter’ van Rüdiger Safranski.
Verder met
Hoofdstuk 6
‘’Hyperion’ was dus een poging ook publicitair in de openbaarheid te
treden. Dat sprak hij onverholen uit:’Ik dacht
al snel dat mijn hymnen maar zelden een hart veroveren bij het geslacht waarin de
harten mooier zijn, en dat sterkte
me in mijn plan voor een Griekse roman’ ( aan Neuffer, 21/23 juli 1793, MA II,
499).
Hölderlin wilde dus de toenmalige opkomst van de roman uitbuiten bij een
groeiend publiek van lezers.
Inderdaad werden er tegen het einde van de eeuw in burgerlijke en
kleinburgerlijke kringen zoveel romans gelezen
dat pedagogen, cultuurcritici en geestelijken begonnen te klagen over het
gevreesde verlies aan zelfbeheersing. Wat
gebeurt er niet allemaal bij de lezer! Opwinding, fantasieën in het verborgene.
De lezende vrouw op de sofa, romans
verslindend – levert ze zich niet over aan heimelijke excessen? En die lezende
gymnasiasten, nemen ze geen deel aan
avonturen waarover hun opvoeders niet eens durven dromen? Tussen 1750 en 1850
werd het aantal mensen dat kon
lezen tweemaal zo groot. Bijna een kwart van de bevolking behoorde aan het eind
van de eeuw tot het potentiële lezers-
publiek.’
(Bladzijde 84) Morgen verder met dit hoofdstuk 6.