Weer verder met ‘Hölderlin, biografie van een mysterieuze
dichter’ van Rüdiger Safranski.
Verder met
Hoofdstuk 7
‘Fichte, die met dat muurexperiment het gewone bewustzijn wilde losmaken uit
zijn zelfverstening en zelfmaterialisering,
was steeds weer verbaasd over het trage verzet waar hij op stuitte. Hij placht te
zeggen dat de mens zich eerder beschouw-
de als een stuk lava van de maan dan als levendig ik.
Maar niet iedereen zat radeloos naar de muur te kijken. Het meeslepende
retorische talent van Fichte bracht velen tot geest-
drift, ook Hölderlin. Zo hadden ze nooit iemand horen praten over het eigen ik,
de scheppende kracht en de schier overweldigen-
de vrijheid ervan. Ik ben waartoe ik me zal hebben gemaakt, verklaarde Fichte.
Hij was de Sartre van zijn tijd. En net als bij Sartre
ging er van Fichtes moeilijke verkenningen iets fascinerends uit, omdat het
avontuur van de vrijheid steeds mee bleef spelen – on-
danks alle duistere denkwerk. Hölderlin spreekt in zijn brief over de ‘macht
van de duisternis’, die voor het genie van Fichte geen
stand kan houden.
Het was duidelijk dat Fichte boven de kennistheorie uit, dus boven Kants
regels van het verstand uit, het geheim van het zijn wil-
de binnendringen.’
(Bladzijde 102) Morgen verder met dit hoofdstuk 7.