Weer verder met ‘Hölderlin, biografie van een mysterieuze
dichter’ van Rüdiger Safranski.
Verder met
Hoofdstuk 9
‘Die opmerking heeft enerzijds betrekking op Ebels beschrijving van de
politieke verhoudingen tijdens de heer-
schappij van het Directoire, dat steeds verder verwijderd raakte van zijn
revolutionaire oorsprong. Anderzijds
heeft ze betrekking op de kwalijke ervaringen die in Frankrijk en
Zuidwest-Duitsland met de Franse troepen wa-
ren opgedaan. Omdat de Franse republiek niet van plan of in staat was het massale
leger dat door de algemene
dienstplicht op de been was gebracht, op eigen kracht, dus door meegebrachte
voorraden, te onderhouden, han-
delden ze volgens het principe dat de oorlog de oorlog moest voeden: de troepen
leefden plunderend van de lan-
den waar ze doorheen trokken. Daarbij ging alle discipline verloren. Op zoek naar
geld, vrouwen, eten en alcohol
joegen de rovende soldaten de bevolking angst en paniek aan. Ebel in Parijs en
Hölderlin in Frankfurt waren ge-
desillusioneerd geraakt door het optreden van de Franse ‘bevrijders’. Dat was
niet meer het kolossale schouwspel
van de ‘reuzenstappen der republikeinen’, waarover Hölderlin een halfjaar
eerder nog zo enthousiast was geweest.
Je maakt je illusies, aldus Hölderlin aan Ebel, ‘als het waarnemende verstand
door het hart […] omgekocht wordt’.’
(Bladzijde 137) Morgen verder met dit hoofdstuk 9.