verder met het essay van Anneke Brassinga ‘Leopold – O rijkdom van het onvoltooide’. ‘De rustpunten,die bij wijle na zeer lange perioden nog wel voorkomen,hebben een maar nauwelijks bemerkbaar bestaan,en zijn veeleer als een zich even wenden van de bezinning dezer bewogenheid,in welke,daar zij toch pas aanvangt waar alle moeite van het ontwarren der dingen binnen den tijd al lang voorbij is,elk al te bepaald rustpunt dan ook schokkend zou kunnen werken.’ Roland Holst noemt geen titel maar hij heeft het over het lange gedicht ‘Voor 5 december’ waarin regels als:’en al wat zij nu had afgedacht,/in zich verloren had overwogen/diep innerlijk,zònder meer te pogen/het ook in anderen terug te vinden,/bevindingen,de meest beminde,/omdat zij de minst gekende waren,/hoe was het alles met wegbewaren/ontvangen en allengs opgenomen/in een stil liggen,in een kom/van groote verzonkenheid,rondom/omvat van opgaande oeverzoomen,/een rand,een donker opgebouwde,/die dit het trillend overschaduwd/uitvloeiende er hield omvademd/in armen.langzaam rondgehouden.’ Ook hier,nog negentiende-eeuwsig,nog een beetje tachtigerachtig,een holte,een kom en een omvademing. En ook hier is het,dat zegt Roland Holst gelukkig ook,alsof er binnen de tekst zich nog van alles kan ontvouwen,uitbarstend of ontluikend zoals de stukjes papier die Proust aan het begin van zijn ‘Recherche’ in een kom water gooit waarna ze openbloeien tot planten,huizen,mensfiguren,een hele wereld. Dat is de abstractie,die alle kunst eigen is,en alle natuur. ‘herfst woud leegte vragen hart v/d roos’ waren immers ook zulke propjes die zich openvouwden,op Leopolds papier. De rest van dat ontluiken speelt zich af in de lezer,elke keer opnieuw. Het schap blijft te denken opgetast.'(bladzijde 110) Dit was Anneke Brassinga over Leopold. Nu weer een paar aantekeningen van Elias Canetti uit ‘Het pantheon van vergeten dingen’. ‘Dat we nooit meer aan de geschiedenis zullen ontkomen,is voor mij de verpletterendste van alle gedachten.'(blz. 160) ‘Met ieder verslag over de reis wordt het allemaal onjuister. Degenen tegen wie je spreekt,veranderen wat je hebt beleefd. Zwijgend verandert het ook,zij het anders. Er is geen verslag.'(blz. 163) ‘Hij heeft van achteren en van voren een oog,en met beide ziet hij hetzelfde. (De wantrouwende.) (blz. 170) Wordt vervolgd.