met het essay van Laura van Grinsven ‘Het spook van Van Gogh’ ondertitel ‘Na de polyloog van Heidegger,Schapiro en Derrida’ uit de bundel ‘Hoe kunst en filosofie werken’. ‘In de zoektocht naar het wezen van een werktuig of een puur ding,wijst Heidegger de schoenen in het stilleven ‘Oude schoenen met losse veters’ van Vincent van Gogh als specifiek voorbeeld aan (Bildliche Darstellung). Door het werk kan Heidegger de schoenen tonen,en het zijn deze schoenen waardoor we ons plots bewust worden van de werking van het werk. Wat het werk kan – waardoor het zich wezenlijk onderscheidt van een werktuig of een puur ding – is voor een kortstondig moment een waarheid tonen. ‘Van Goghs schilderij is de openstelling van wat het tuig,het paar boerenschoenen,in waarheid is. Dit zijnde treedt naar voren in de onverborgenheid van zijn zijn'(Heidegger 2009: 47). In dit schilderij zijn duidelijk twee oude,gedragen schoenen te zien. Het gaat Heidegger niet om de vraag of dit een goede weergave is van de schoenen. Heidegger wendt zich af van kunst als representatie (Wiedergabe,weergave of mimesis). In een werk kan de dagelijkse plek,het gebruik en de dienstbaarheid van de dingen voor een ogenblik zichtbaar worden. Voor Heidegger zijn het boerenschoenen,dat wil zeggen een tuig dat normaliter verborgen functioneert in de wereld van de boerin. In het werk van Van Gogh treden de schoenen uit hun verborgenheid,en daarmee wordt bedoeld dat het schilderij niet zozeer die schoenen afbeeldt als wel de aandacht vestigt op hun waarheid,of beter:haar waarheid. Hoe zij op het land werkt,hoe zij dagelijks haar schoenen met aanklevende aarde bij de deur zet: Uit de donkere opening van het uitgetrapte binnenste van het schoeisel staart het afmattende van het altijd maar werken. In het onverslijtbaar degelijke van deze zwarte schoenen ligt de taaie volharding opgehoopt van de langzame tred door de langgerekte en altijd eendere voren van de akker waar een gure wind op staat. Aan het leer kleeft het vochtige en vette van de grond. Onder de zolen verglijdt de eenzaamheid van de landweg in de schemeravond. In het schoeisel trilt de zwijgende roep van de aarde nog na[…]. Door dit tuig waart de gelaten zorg om het dagelijkse brood […]. Aan de aarde behoort dit tuig toe en in de wereld van de boerin is het geborgen (Heidegger 2009: 45).'(bladzijde 231) Wordt vervolgd. En nu weer een gedicht van daniil charms uit de bundel ‘ik zat op het dak’. ‘Elisabeth speelde met vuur/Elisabeth speelde met vuur/het vuur liep haar over de rug/het vuur liep haar over de rug/Pjotr Palytsj keek verrukt in het rond/Pjotr Palytsj keek verrukt in het rond/en ademde zwaar/en ademde zwaar/en greep met zijn hand naar zijn hart.//3 augustus 1933) Wordt vervolgd.