met het essay van Ernst van Alphen ‘Affecten’ ondertitel ‘Bacon via Deleuze en Deleuze via Bacon’ uit de bundel ‘Hoe kunst en filosofie werken’. ‘Geen abstractie en geen figuratieve narrativiteit Het werk van Francis Bacon heeft een impact waaraan toeschouwers niet kunnen ontsnappen. Hun reacties op zijn schilderijen zijn bijna altijd extreem. Ze verafschuwen ze,of hun bewondering ervoor is mateloos. Vanwege die extreme reacties vraagt het werk van Bacon om een benadering waarin de affecten die zijn schilderijen produceren centraal staan. De studie van Gilles Deleuze over Bacons werk,getiteld “Logique de la sensation’ uit 1981 doet precies dat. Deze studie bevat een algemene esthetische theorie – vergelijkbaar met Deleuzes eerdere studie over Kafka die hij samen met Félix Guattari schreef – en tegelijkertijd een interpretatie van Bacons schilderijen. Deze interpretatie betreft niet de betekenis van diens schilderijen,maar de manier waarop ze werken. Volgens Deleuze moet een schilderij,en met name wanneer dat van Bacon is,niet benaderd worden als een betekenisvol product,maar als een werk in de meest letterlijke zin:een schilderij bestaat uit een bundeling van krachten,een dynamiek die zich aan een canvas heeft gehecht. Door een schilderij te beschouwen als een bundeling van krachten,neemt Deleuze afstand van de esthetische opvatting dat schilderkunst uit een mimetische praktijk bestaat. Die opvatting gaat terug op de Griekse legende van Zeuxis. Hij had druiven zo realistisch geschilderd dat duiven erdoor werden aangetrokken. Ze probeerden de druiven op te eten. Parrhasius,de rivaal van Zeuxis,schilderde op zijn beurt een gordijn zo realistisch dat zelfs Zeuxis dacht dat hij het kon openen. Deze overbekende legende demonstreert de idee dat de kracht van kunst gezocht moet worden in haar vermogen om de empirische wereld uit te beelden en te imiteren.'(bladzijde 31-32) Wordt vervolgd. Nu weer een citaat uit verhalen en scènes van daniil charms’ verzamelde werk ‘ik zat op het dak’. ‘Over onze gasten Onze gasten zijn allemaal verschillend:de een heeft bijvoorbeeld een wang, – iets ergers kun je je niet voorstellen. En dan is er een dame die bij hem op bezoek komt,en waar die op lijkt,dat is gewoon te gek voor woorden. En er is ook een dichter die bij ons komt:overal heeft hij haar en altijd maakt hij zich ergens zenuwachtig over. Het is om te gillen! En dan heb je ook nog een ingenieur,die heeft bij ons eens iets viezigs in de thee gevonden. En als onze gasten al te lang blijven zitten,dan jaag ik ze gewoon weg. Dat is alles … [midden van de jaren dertig]'(bladzijde 106) Wordt vervolgd.