met het essay van Ernst van Alphen ‘Affecten’ ondertitel ‘Bacon via Deleuze en Deleuze via Bacon’ uit de bundel ‘Hoe kunst en filosofie werken’. ‘In het centrale paneel zien we hem een krant lezen. Maar terwijl we de figuur in het centrale paneel voor een spiegel zien zitten,net als in de twee andere,zien we in dit paneel zijn reflectie niet. De reflecties in de twee zijpanelen suggereren daarentegen ‘normale’,mimetische representatie en perceptie. Het centrale paneel is zwart en functioneert dus niet volgens de conventionele logica van het spiegelmotief. Vanuit dit perspectief is ‘Study of Nude with Figure in a Mirror’,1969 een belangrijk schilderij. We zien een vrouwelijk naakt in een positie die we van het traditionele genre gewend zijn. De spiegel is niet naar de vrouw toe gekeerd,maar naar de toeschouwer die zich qua positionering voor het schilderij bevindt. In het spiegelbeeld zien we een aangeklede man op een barkruk die de vrouw lijkt te bekijken. Het is verhelderend om dit schilderij als een commentaar te zien op Edouard Manets ‘Un bar aux Folies-Bergere’ (1881-1882) dat zich in de collectie van het Courtauld Institute in Londen bevindt en waarmee Bacon dus ongetwijfeld vertrouwd was. Bacons schilderij lijkt de conventie te ondermijnen:het object van representatie vrouwelijk en het subject een mannelijke voyeur. Maar het schilderij van Manet kan nauwelijks beschuldigd worden van het onomwonden omarmen van deze ideologie over visualiteit. Immers,het laat het spiegelbeeld als een vervormend element zien dat een ongemakkelijke identificatie teweegbrengt tussen de voyeur rechts in het schilderij en de kijker die zich voor het schilderij bevindt,terwijl beiden door de vrouw worden aangestaard.'(bladzijde 39) Wordt vervolgd. Nu weer een citaat uit verhalen en scènes van daniil charms’ verzamelde werk ‘ik zat op het dak’. ‘Een man zat een andere man achterna,terwijl de man die wegrende op zijn beurt weer achter een derde man aanzat die,zonder enig benul van de achtervolging achter zich,gewoon in snel tempo over de straat liep. [1940]’ (bladzijde 206) Wordt vervolgd.