nu met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. Als eerste het voorwoord. ‘… en zo blijft alles in beweging///voorwoord/// In het voorjaar van 2009 sprak ik met journalist Peter Henk Steenhuis over het werk van kunstenaar Ton van der Laaken,die toen een van de eerste exposanten was in De Ketelfactory,een projectruimte over beeldende kunst en verdieping in Schiedam. Ons gesprek ging over ‘waarnemen’ en over verschillende manieren waarop je naar kunst kunt kijken en erover kunt nadenken. Het was het begin van een rijke,langdurige uitwisseling tussen een woordkunstenaar en een beelddenker. Het idee een reeks essays te schrijven over kunstenaars die in De Ketelfactory hadden geëxposeerd,was geboren. De visie en manier van schrijven van Peter Henk Steenhuis (Henk) pasten als een jas bij de basisgedachten van De Ketelfactory. De beeldende kunst die daar een platform krijgt,heeft gemeen dat de betekenis verder reikt dan de materiële verschijningsvorm of louter formele kwaliteiten. Het werk onttrekt zich aan de tijdelijkheid en de vluchtigheid van de actualiteit. De presentaties en de gesprekken die zich daaromheen ontvouwen,zijn niet op zichzelf gericht,maar dienen als dragers van ideeën,vermoedens,filosofieën. Het gaat om iets wat zich achter het beeld ophoudt. Henk en ik hebben het plan verder uitgewerkt en eind 2011 startte ‘Door het Beeld’, een reeks door Henk geschreven essays over kunstenaars. De gesprekken vonden deels plaats in De Ketelfactory en deels op andere locaties,zoals in het atelier of in de tentoonstellingsruimte waar een kunstenaar op dat moment exposeerde. De essays verschenen in het katern ‘Letter & Geest’ van Trouw. Uit de positieve reacties van de lezers bleek dat de juiste snaar was geraakt,dat de relatie tussen kunst en filosofie,en kunst en leven,was gelegd.'(bladzijde 9-10) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Sybren Polet uit ‘Gedichten 1998-1948’. ‘FÜNF VORLETZTE LIEDER///3///Drie het getal van de maan,/een parallelle vierkante zon-/geen abstractie groter dan/die van het gedachte lichaam-/ogen doorzichtig,hoorvlies huiddun-/tiritiri-/Twee driehoekshonden/paraat om de hoek,een mens/opgaand in zijn mozaïek-/tiritiri…/Enkel een 1-dimensionale tor/maakt nog wat trammelant/en verstoort de nawereldse stilte-/tiritirio-///Een echo later,als een/narommelend onweer,/echo van een echo:weergalm/van steeds verder terug,/en het klinkt als drietonig hondegeblaf./Tiri – tiriri.///En dan achter je rug/begint langzaam de zon/zich te ontrollen.///Tiritiri-tiriri.'(bladzijde 27) Wordt vervolgd.