met ‘De ongevestigde orde,autobiografie van een lezer’. Uit ‘Nergensman’ van P.F. Thomése. ‘Op zoek naar nieuwe mogelijkheden neus ik graag in stukgebladerde dictionaires,Nederlandse,maar ook Franse,Engelse,Latijse,Griekse. Zo mooi als woorden kunnen zijn als ze zijn losgemaakt van hun vaste omgeving, bevrijd en soeverein wachtend op een nieuwe, onverwachte betekenis. Of nee, betekenis is het juist niet, het is de vooraankondiging ervan, uitgestelde betekenis. Met dit uitgestelde betekenen, dit bijna-begrijpen begint de literatuur. Ik ervoer dit toen mijn lezen in schrijven overging. Wat niet gezegd kon worden, bleek wel geschreven te kunnen worden. Schrijven,een soort zwijgen,een uitgesteld spreken. Er gebeurden in die voorlopigheid van het onuitgesprokene dingen die ik niet had voorzien,en juist in dit onvoorziene school de openbaring. ‘Magic’ aldus Nabokov. En Bruno Schulz,die vervuilde woorden kan oppoetsen tot ze blinken als zonlicht, schrijft aan het begin van ‘Sanatorium Clepsydra’:’Ik noem het gewoon het Boek,zonder nadere bepalingen of epitheta, en in deze abstinentie en beperking schuilen een radeloze zucht en stille capitulatie voor de grenzeloosheid van het transcendente – want geen enkel woord, geen enkele toespeling kan fonkelen, geuren,stromen als die huivering van vrees, als het voorgevoelen van dit ding zonder naam, waarvan het eerste voorproefje op de tong overtreft wat onze geestdrift kan bevatten.”(bladzijde 95-96) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Skryt Om een zinkend schip blauw te verven’. ‘je bent door die grijze deur naar binnen gekomen/////je bent door die grijze deur naar binnen gekomen/uit de grijze dag daar buiten/waar de wind als haren aan de lucht trost/en daar op die grijze stoel/heb je in het grijzige licht stelling genomen,/jesses,net een grijze oude groente-/o heilige met de stralen krans van vliegen-/de dijen gekruist want je wou sexy zijn,/net zo sexy als een stoel zonder zitvlak,/als een schildpad die al een week op zijn rug ligt'(bladzijde 99) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.