met ‘Tot besluit’ van Arnold Heumakers uit het boek ‘De esthetische revolutie’. ‘Kunst en literatuur passen zich daaraan aan – en hun autonomie wordt erdoor bedreigd,getuige de frequente klachten over de dominantie van het geld en de massamedia. Die klachten zijn op zichzelf niets nieuws:de concurrentie met economie,media en massacultuur heeft de autonome kunst altijd begeleid. Het hele kwalitatieve kunstbegrip – kunst en literatuur met grote K en L – werd uitgevonden om de commerciële massacultuur op afstand te houden. Met wisselend succes:een invasie door commercie en massamedia bleef altijd een reële mogelijkheid,en meer dan dat. Kunst,literatuur moet ook verkocht worden,dus de commercie is altijd al in het artistieke domein aanwezig. Dit versterkte,naast de primaire teleurstelling over het echec van het romantische engagement,de neiging tot ‘splendid isolation’ ofwel ‘l’art pour l’art’,een verheviging tot aan haar paroxisme van de esthetische autonomie die de basis vormt van het romantisch-moderne kunstbegrip. Het is belangrijk deze dingen goed uit elkaar te houden,hoezeer ze ook met elkaar samenhangen;ten onrechte wordt autonomie vaak verward met ‘l’art pour l’art’,terwijl het laatste slechts een consequentie is van het eerste. Alles begint met de uitvinding van de esthetische autonomie,waarna zowel een romantisch engagement als ‘l’art pour l’art’ tot de mogelijkheden behoren.’ (bladzijde 359) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Resten van mijn verhaal’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘En dan komt op een dag de Aanklager naar ons toe,diep het land in waar het lang duurt om van verbeelding naar transcendentie te trekken. Hij komt met zijn dossiers en zijn vieze onderbroek en zijn volgelingen. Zij zijn bezig met een onderzoek naar de verdwijning van dat wat verdwenen is,zeggen ze. Er is iets gebeurd,zeggen ze. Noem het desnoods olifnapping. Het is dus niet meer dan normaal dat ze het weer aan elkaar passen in termen van de behoefte aan on-derkenning zoals omschreven in juridisch gesnork. Leidend tot de essentiële noodzaak van bestraffing als de enige manier om het gebeurde te doen on-beuren,zeggen ze.’ (bladzijde 31) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af.