met ‘Rizoom,een inleiding’ van Deleuze en Guattari. ‘De kopie reproduceert van de kaart en het rizoom in feite alleen de doodlopende straten en de blokkades,de kiemen van de centrale wortel en de structureringspunten. Kijk naar de psychoanalyse en de linguïstiek:de een heeft enkel het onbewuste,de ander de taal gekopieerd en gefotografeerd,met alle vervalsingen die daarbij horen (geen wonder dat de psychoanalyse haar lot verbonden heeft met dat van de linguïstiek). Laten we eens kijken wat er zoal met de kleine Hans is gebeurd,als zuiver voorbeeld van de analyse van een kind:onophoudelijk hebben ze zijn rizoom verbrijzeld,steeds weer zijn kaart beklad;ze hebben hem in het nauw gedreven,hem alle uitgangen versperd,tot hij uiteindelijk zelf naar zijn schuld en schande verlangde,tot ze schuld en schande in hem wortel hebben laten schieten,de fobie (ze hebben bij hem het rizoom van huis en haard en daarna dat van de straat geblokkeerd,ze hebben hem in het bed van zijn ouders wortel laten schieten,ze hebben haarwortels in zijn lijf geplant,ze hebben hem aan professor Freud geketend). Freud houdt expliciet rekening met de cartografie van de kleine Hans,maar altijd en alleen om hem terug te brengen tot een familieportret. En kijk wat Melanie Klein met de geopolitieke kaart van de kleine Richard doet?'(bladzijde 35) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Eindelijk dood’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Hoeveel mensen kenden tot het laatste cijfer het gemiddelde aantal haartjes op een olifant? Hij kon je precies vertellen hoeveel seconden er verstreken voor het oranje verkeerslicht op rood springt. Hij begreep de buitenlandse politiek van de Verenigde Staten. Hij kende veel raadsels zonder antwoord. Hij kon voorgoed ophouden met eten en drinken als hij dat wilde omdat er niemand was die het iets kon schelen of hij bestond.'(bladzijde 71) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af.