bekend geworden dat Hans Tentije de Constantijn Huygensprijs heeft gewonnen voor zijn totale poëzieoeuvre. De jury noemt het beeldrijke poëzie. Op 21 januari 2018 wordt de prijs uitgereikt. Zie op facebook mijn hommage-collage voor hem.In mijn blog schrijf ik zijn laatste bundel ‘Om en nabij’ over. Dit is een onderdeel van mijn project ‘Ondertiteling’. Als ik hommages maak dan citeer ik uit het werk voor wie de hommage bedoeld is. Daarnaast citeer ik uit theoretisch werk van bijzondere essayisten die zich bezig houden met vragen over kunst en literatuur. Nu weer verder met ‘Weerstandsbeleid (nieuwe kritiek)’ van Jeroen Mettes. ”Awake,awake,O sleeper of the land of shadows,wake,expand!/I am in you and you in me,mutual in love divine;/Fibes of love from man to man through Albion’s pleasant land./In all the dark Atlantic vale,down from the hills of Surrey,/A black water accumulates. Return,Albion,return!’ Poëzie is een spel met lucht,met adem,en we zouden kunnen stellen dat vrije verzen dit spel tegelijk intenser en riskanter maken. Maar het geldt voor alle poëzie,van sonnet tot prozagedicht. In een prozagedicht hebben de zinnen de neiging ‘[to]be deemed of equal length’: ‘Voor de ramen van de zestigste verdieping staat de secretaresse. Achter haar rug de lege tafel,de koffiekopjes,de asbakken. Zij ziet hoe diep beneden de rode staartlichten zich vanaf de parkeerplaats via de vluchtstrook invoegen in het verkeer. Lange bewegende linten van flikkerend licht kruipen over de wegen. Zij houdt een blocnote in haar linkerhand. Daarop staat alles wat de mannen die middag hebben gezegd.’ De derde zin in dit fragment van Bernlef valt op door zijn lengte(33 lettergrepen tegenover een gemiddelde van 19 in de eerste alinea)en de lezer zal hier een iconische verwijzing kunnen vinden naar de lange ‘staarten’ van de autolichten;belangrijker nog,omdat een lenge zin sneller gelezen wordt om de isochronie met de omringende zinnen te behouden,drukt zij ook het contrast uit tussen de beweging van de auto’s beneden en de stilstand van de secretaresse die neerkijkt op het tafereel. Maar een iconische motivering is beslist niet noodzakelijk.'(bladzijde 278-279) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het gedicht ‘Schrift’ va Hans Tentije uit de bundel ‘Om en nabij’. ‘voor het toekwam aan wat er achter sommige woorden/schuilging,hele werelden,hartsgeheime/verbanden vermoedelijk,diepere lagen als die/er waren,dat wat het allerminst/wilde weten,liever verzwegen zag///gezien het geweld en de gruwel,het allooi/van het ware die zich in werkelijkheid nooit voltrokken hadden'(bladzijde 39). Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het woord ‘bedelstoepen’.(bladzijde 44)