is aan zijn laatste reis begonnen. Bewonderenswaardig was zijn levenskracht. Sterk was hij in zijn strijd tegen de ziekte ALS. Het is ons gelukt op een goede manier afscheid van elkaar te nemen.’ Motto op de kaart ‘Wanneer het verlangen naar morgen verdwijnt,dan is het tijd om de grote reis te aanvaarden’. Nu weer verder met ‘Structuur'(Lévi-Strauss,Saussure,Lacan) van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Niet alleen de dunne arabesken in de figuren waren opvallend,maar ook de vlakverdeling die de figuur schuin en vaak spiegelend doorsneed. Kenmerkend voor een systeem van kaartspelen is dat ieder element daarin pas zijn betekenis krijgt binnen het geheel. Voorstelling,getal,kleur en vorm bepalen de plek ervan binnen het stelsel. Dat laatste bestaat uit een reeks posities die vastliggen en samen de structuur ervan vormen,waarbinnen iedere kaart zijn ‘identiteit’ krijgt. Van die laatste hangt af wat de ‘rechten’ van zo’n kaart zijn binnen het specifieke spel dat gespeeld wordt. Mag hij worden uitgebracht,kan hij gelden als troefkaart of moet hij juist achter worden gehouden? Een aas ‘werkt’ anders,beantwoordt aan andere regels en is onderworpen aan andere codes dan een heer,boer of simpele ‘3’,terwijl ook voor schoppen of harten weer andere regels gelden dan voor klaveren.'(bladzijde 287) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het gedicht ‘Grootouderlijk visioen’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Ademruis’. ‘verblijvend in duizend-en-een feeërie,een feelgoodfilm/waarin hij en ik welvindend wandelen en vrij handelen,///gelovend in de goden van de bomen,water,lucht,rotsen/en bergen. Mijn oogappel. Een vogeltje vertedert de geest.'(bladzijde 48) Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘van staf tot kromstaf een barstende bom’. (bladzijde 223) Dag Marcel; goede reis.