met ‘Humanisme in debat'(Heidegger,Sartre,Gadamer) van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘In zijn ‘Brief over het ‘humanisme” werkt Heidegger deze them’s verder uit. Het boekje is geschreven als een open brief aan de Fransman Jean Beaufret,die tijdens de oorlog het werk van Heidegger had gelezen en direct daarna contact met hem opnam om hem een aantal vragen voor te leggen. De eerste daarvan is meteen de belangrijkste:’Hoe kan men opnieuw zin geven aan het woord “humanisme”? Beaufret verwijst uiteraard naar de catastrofale naoorlogse situatie,waarin zojuist het besef was doorgedrongen dat de achterliggende periode er een van extreme ‘inhumaniteit’ was geweest. Maar Beaufret verwijst eveneens naar Sartres opmerkelijke claim op het woord ‘humanisme’ in diens voordracht ‘L’existentialisme est un humanisme’. Ook Sartre beoogde daarmee een dubbel doel. Enerzijds verzette hij zich tegen de duistere roep van decadentie en misantropie die het ‘existentialisme’ omhing. Anderzijds maakte hij ‘humanisme’ tot de voltooiing van de menselijke emancipatie:de bevrijding van de mens uit wat kant in het pamflet ‘Wat is Verlichting?’ de ‘selbsverschuldete Unmundigkeit’ van de mens had genoemd:de onmondigheid die hij zichzelf te verwijten had. Heidegger sluit zich op het eerste punt aan bij Sartre. ook hij pleit voor ‘humaniteit’ in de gangbare betekenis van het woord. En ook sluit hij zich aan bij Sartres toespitsing van het woord ‘humanisme’ als het eindpunt van de Verlichting.'(bladzijde 275-276) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht uit de reeks ‘De zonnesynaps’ van Mark van Tongele uit de bindel ‘Gedichten’. ‘De zon cor-/aalt adem./Schouderdiep/haar spiegels./Opgelucht/de dood. Streep/ik door. Mor-/gen chromo-/soomt de taal./Deelbaar zij.'(bladzijde 35) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘vermomd de hoogvliegers na in de wind/dit is onverbuigbaar’.(bladzijde 224)