met ‘De mens een kunstenaar'(Schiller)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ”Hij is vastbesloten zichzelf en andere slachtoffers van onrecht te wreken op de verfoeilijke,hypocriete samenleving.’ Daartoe is hij zelfs in staat de zwaarste misdaden te begaan:’Hij vormt een roversbende,plundert en moordt … maar hij is een edele misdadiger,ver verheven boven de ontaarde samenleving die niet heeft willen zien wie hij was.’ En nogmaals:om wie men is daarom gaat het – en wie men is wordt niet langer bepaald door positie of geboorte,met andere woorden de sociale (uitwendige) inbedding,maar door de innerlijkheid van de ziel. Schiller schrijft ‘Die Räuber’ tijdens zijn studie (eerst rechten,dan medicijnen) in de jaren zeventig van de achttiende eeuw. Het stuk beleeft zijn première in 1782. Dat is nog vóór de Franse Revolutie,maar het wordt gevoed door eenzelfde drang om de overleefde vormen van maatschappelijke conventie terzijde te schuiven en een ‘nieuwe mens’ te scheppen die zijn eigen soeverein is. Politiek krijgt dat – zoals we zagen – zijn beslag in de revolutie-idee van de volkssoevereiniteit,antropologisch in de idee dat de mens zijn eigen schepper is en slechts op grond van eigen waarde en authenticiteit identiteit (en onvervreemdbare rechten) bezit. Maar de Franse Revolutie verloopt in despotie en Schiller verliest zijn politieke dromen.'(bladzijde 165-166) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht uit de reeks ‘Scheurlinnen’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ”Ik wil nog eens met jou/praten’ op de bank in het park/waar onze liefde begon.///Een jongetje speelt na-/lopertje met ganzen,daar/helpt geen moederlief aan.///Joggers hijgen voorbij./Een parkwachter pompt/de banden van zijn fiets op.///Alles baadt grondeloos/melancholiek in eigen/verlies. Vaderlatingen.///Een visser heeft het jongetje beet./In de haag achter ons maken/mussen amok. Wij blijven stil-///zwijgend naast elkaar zitten:/doodgesist schommellis./De parkwachter fietst weg.'(bladzijde 178)Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Het overschrijven vervolgd. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het gedicht ‘de beulen’. ‘5/de marmeren muren/zweten poppen als stoom/de vergulde vensters/onthullen onttroonde ogen///zij sterven snel/zij hebben niets gezien'(bladzijde 238)