met ‘Verstrooiing'(Madame de Staël,Luther)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Dat maakt het land buitengewoon ongeschikt als oorlogsnatie:een oordeel dat een eeuw later in Europa radicaal zal zijn omgeslagen. Ook voor Madame de Staël mag het er in het Duitsland van de vroege negentiende eeuw wel wat zelfbewuster en nationalistischer aan toegaan. Langs andere lijnen maar met hetzelfde oogmerk als Herder roept zij de Duitsers op tot trots op de eigen natie en cultuur. Een cultuur die niet minder bestaansrecht heeft dan de Franse reus in wiens schaduw zij verkeert.'(bladzijde 135-136) Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedicht van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘Adembeneming///Roodverschuivingen,godbewareme,zo-/waar stijg ik in het zadel van verte naar/schijngestalten van verleden en toekomst,/kan ik op alle hoogsten over alle aarde met/alle snelheden alle routes vleugels geven,/zie:landschappen,gebouwen,lichamen,/er is niet langer een onder of boven,alles/lichtgeworden gaat zweven en cirkelen,'(bladzijde 208)Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Het overschrijven vervolgd. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het gedicht ‘een oud lied’. ‘de vingers kruipen door de vuisten/de klepels sluipen door het klokhuis/dit is de lente niet maar het getij/van de wilde van de woeste moderateur///tot op zijn harde hamer is/de smid gesmolten smetteloos/geruisloos oude vrouwen schouderloos/verdwijnen onder snippers zeep///schoon is deze late ondergang/als eens het groene ongeluk des/jongmensen parelmoeren hand uit/de bloedend gapende huisjas///niemand eert dit meer nee/maar mooi is gebleven der oude/bestjes wassen zielsrust dus blijde/in de handen geklapt en losjes'(bladzijde 288)