Hugo Bousset over Ivo Michiels; vervolg. Er zijn in de eerste plaats de zeven fasen van zijn schepping van een wereld waar het goed is om te wonen, om aan te komen en te blijven.Uit het onherbergzame landschap, de uitgedroogde bedding diep tussen twee steile rotswanden (ik herken zonder moeite het desolate gebied van de Gorges de la Nesque) groeit leven diep onder de oppervlakten, dankzij het levengevende water; de aardkorst breekt open en er komt hitte, vuur en zwavel uit de ingewanden van de aarde; water en warmte maken kleuren, oranje, paars, geel, azuur, rood, violet, en zelfs frambozeroze; nu maakt het licht zich meester van de schepping en geeft vorm aan het vormeloze; op de bodem van de rivier flikkert kiezel en schittert goud en in de bergen rijpen de kristallen tot diamant. Maar tegelijk is er de geboorte van de mens, en van een mensenpaar. Het eerste naakte lichaam staat roerloos in de eenzaamheid van het land en zegt A en dan IK. Daarna komt een ander lichaam uit het niet gerezen, een vrouw die O zegt en ook JIJ. De twee naakte lichamen maken een kwartdraai en staan nu oog in oog, de palmen van de handen naar elkaar toegekeerd,in de diamanten schittering van de schepping. Ze zeggen WIJ tegen elkaar. Dat Wij is een dankgebed om het heerlijke bestaan, ‘nu deze dag het woord is Woord is Wij is Taal geworden, Taak en Teken, hiëroglief op rots van glas’. De bovenstaande tekst is zeker niet exhaustief. Ik denk b.v. aan de invloed op de compositie van ‘ Vlaanderen, ook een land’ door het Chinese huis Ming-t’ang, het Huis van de Kalender ( ringvormige gracht; gericht naar de vier seizoenen met telkens drie deuren – samen twaalf; en binnenin vijf plaatsen in kruisvorm). Of aan de inspiratie die van het boek ‘ Le lange des oiseaux’ (1857) van Attar uitgaat op de volgende zeven delen van de ‘Journal Brut’- cyclus; zo is de zesde van de zeven valleien op de mystieke weg die van de verrukking, precies de titel van Boek Negen (drie plus zes).(bladzijde 355-356) Geschreven in Berlijn; op bezoek bij mijn achternichtje Moni en haar vriend Sebas.