Over Baricco; de barbaren. Verder met het artikel over ‘ Ervaring’ . Ik citeer nog even. Het formele model van de beweging van die vis hebben we dankzij Google ontdekt: banen van links die over het oppervlak lopen. Ik vertaal: de ervaring is voor barbaren iets wat de vorm van een reeks, een sequentie, een baan heeft. Het impliceert een beweging die verschillende punten in de ruimte van de werkelijkheid aaneenrijgt: dat is de intensiteit van die flits. Zo was het voorheen niet, en zo is het eeuwenlang niet geweest. Vroeger hield ervaring, in de meest verheven, heilzame vorm, verband met het vermogen toenadering te zoeken tot de dingen, een voor een, en een intimiteit ermee te laten rijpen waardoor zelfs de meest verborgen kamers ervan ontsloten konden worden. Vaak was het een werk dat veel geduld vergde, en zelfs eruditie, studie. Maar het kon ook gebeuren in een magisch moment, in een plotselinge ingeving waarvan je helemaal doordrongen werd en waardoor je een helder inzicht kreeg van een betekenis, van iets wat je daadwerkelijk had meegemaakt, een intensiteit van leven. Het was hoe dan ook een bijna intieme zaak tussen de mens en een scherf van de werkelijkheid: het was een afgebakend duel, en een reis naar de diepte. Kennelijk geldt voor de mutanten daarentegen dat de vonk van de ervaring overspringt in de snelle overgang die de lijn van een tekening trekt tussen verschillende dingen. Het is alsof niets nog uitvoerbaar is tenzij binnen langere sequenties, bestaande uit verschillende ‘ietsen’. Om ervoor te zorgen dat de tekening zichtbaar, waarneembaar, echt is, moet de lijn met vaste hand in een enkele handeling worden getekend, en niet in een vage opeenvolging van verschillende handelingen: een enkele volledige handeling. Daarom moet die ook snel zijn, en zo komt het dat ‘dingen ervaren’ voortaan inhoudt dat je daar net lang genoeg doorheen gaat om er weer een duw van te krijgen die hard genoeg is om elders te komen. Als de mutant bij alles zou blijven stilstaan met het geduld en de verwachtingen van de oude man met longen, zou de baan onderbroken worden, de tekening kapot gaan. De mutant heeft dus geleerd wat de minimale en maximale tijd is dat hij in de dingen kan verblijven. En daardoor wordt hij onvermijdelijk verre van enige diepgang gehouden, want dat is voor hem inmiddels een ongeoorloofd tijdverlies, een nutteloze impasse die de vloeibaarheid van de beweging verbreekt. Hij gaat met alle plezier door, want hij vindt de betekenis niet daarginds in de diepte, maar die vindt hij in de tekening. En de tekening is of snel, of niets.’ ( bladzijde 109-110-111)Wordt vervolgd.