verder met een essay van Jan Roelans ‘Paul Celan. De datum en het schrift.’ Het komt uit een bundel opstellen uit 1988 met de mooie titel;’In het licht van de letter’, ‘Zes oefeningen in deconstructie’. Uitgegeven door Peeters in Leuven. ‘l. Ter inleiding. De interesse voor de poëzie van Paul Celan is reeds met het verschijnen van de eerste bundels in de jaren vijftig gegroeid en is na de dood van de dichter in 1970 geenszins afgenomen. Dit is niet alleen te merken aan de talrijke Duitse publicaties over zijn werk, maar ook aan de regelmaat waarmee verscheidene internationale symposia elkaar zijn opgevolgd, bv. in Cerisy, Seattle en Heidelberg, De belangstelling van Franse literatuurwetenschappers dient in dit opzicht speciaal onderstreept, omdat vanuit deze hoek enkele opmerkelijke essays tot stand gekomen zijn, bv. van Philippe Lacoue-Labarthe, Maurice Blanchot en Martine Broda. Enkele van hen hebben Celan, die zich in 1948 in Parijs kwam vestigen, gekend als lector aan de beroemde “École Normale Supérieure”. Dit heeft de betrokkenheid van de Fransen ongetwijfeld extra gemotiveerd, hoewel ze eveneens kadert in hun sinds enkele decennia erg intense “Auseinandersetzung” met Duitse dichters en denkers. Tot de beste Franse bijdragen behoort het in 1986 verschenen ‘ Schibboleth. Pour Paul Celan’ van Jacques Derrida. Het is de uitgewerkte versie van een lezing op het Celan-symposium in Seattle in 1984. Voordat wij tot de analyse van twee gedichten overgaan, willen we van deze ingewikkelde tekst een lectuur ondernemen, aangezien hij zich op enkele centrale thema’s uit Celans poëtiek concentreert, zoals de datum, de naam en de markering en hiervan een zeer nauwgezette en originele lezing doorvoert. Derrida baseert zich op verschillende gedichten, maar verwijst tevens naar een poëtologisch erg belangrijke redevoering, die de dichter bij het verkrijgen van de Georg-Büchner-Preis in 1960 uitsprak, nl. de “Meridian”. Vooraf willen we hieruit enkele punten ter oriëntering aanduiden.’ (bladzijde 41 uit ‘In het licht van de letter’, ‘Zes oefeningen in deconstructie’.Paul Celan.De datum en het schrift door Jan Roelans) Wordt vervolgd.