met Derrida ‘Sjibbolet voor Paul Celan’. ‘En anderzijds, tweede vooronderstelling, hoort in de inscriptie van een datum,in het expliciete en gecodeerde verschijnsel van de datering, ‘datgene wat gedateerd wordt zelf niet gedateerd te zijn’. De datum, ja en nee, zou Celan zeggen, zoals hij trouwens meer dan eens gedaan heeft. ‘Spreek -/Maar scheid het nee niet van het ja./Geef je spreuk ook de zin:/geef hem de schaduw.//Geef hem schaduw genoeg,/geef hem zoveel,/als je om je heen verdeeld weet tussen/middernacht en middag en middernacht.'(23) Opnieuw de meridiaan. Het merkteken dat datum heet moet zich op een heel bepaalde, singuliere wijze de-markeren,losmaken van datgene wat het dateert;en precies in die demarcatie, in die deportatie wordt het leesbaar,leesbaar als datum,omdat het zich losscheurt van en zich onttrekt van zichzelf,aan zijn onmiddellijke gehechtheid,aan het hier-en-nu,en zich vrijvecht uit datgene wat het niettemin is en blijft: een datum. In de datum moet het onherhaalbare(unwiederholbare)zich herhalen en in zichzelf de onherleidbare singulariteit uitvlakken die het denoteert. In zijn herhaling moet het op een bepaalde manier splijten en daarmee cryptisch of tot chiffre worden. Net als de fysis hult een datum zich graag in cryptisch cijferschrift. Om leesbaar te worden moet hij zich uitvlakken, zichzelf in zijn leesbaarheid onleesbaar maken. Want schort hij in zichzelf deze unieke verbinding met de gebeurtenis zonder getuige,zonder andere getuigen,niet op,dan blijft hij weliswaar intact,maar ook voltrekt onontcijferbaar. Dan is hij niet eens meer wat hij heeft te zijn,wat hij had moeten zijn:zijn wezen en bestemming – en houdt hij niet langer zijn belofte:die van een afspraak, een date. Hoe kan datgene wat gedateerd is,juist waar de datum heugt,niet dateren? Die vraag is, zo valt te hopen of te vrezen,niet in elke taal op deze manier te stellen. Ze is nauwelijks te vertalen. Ik blijf daar de nadruk op leggen,want steeds opnieuw geeft de datum,verwant als hij is aan een eigennaam,ons het taaleigen te denken,te herinneren of te zegenen,of te kruisen in een mogelijk-onmogelijke vertaling. En mijn vraag kan in haar idiomatische vorm onvertaalbaar lijken,omdat zij speelt met de dubbele modus van het werkwoord ‘dater’.in het Frans of in het Engels. De overgankelijke modus:ik dateer een gedicht. De onovergankelijke modus:een gedicht dateert en wordt gedateerd wanneer het veroudert,wanneer het een geschiedenis en een bepaalde ouderdom heeft.'(bladzijde 27-28 uit Jacques Derrida ‘Sjibbolet voor Paul Celan’)Wordt vervolgd.