met Derrida ‘Sjibbolet voor Paul Celan’. ‘Daarvoor bestaat geen enkele remedie,geen enkele vertaaltoevlucht,althans niet binnen het corpus van het gedicht. Niemand kan met de beschuldigende vinger worden nagewezen,en bovendien valt er helemaal niets te vertalen. Dat het sjibbolet zich tegen vertaling verzet,is ook hier niet te wijten aan een of ander semantisch geheim,aan het feit dat de betekenis ervan niet voor overdracht ontvankelijk zou zijn,maar aan datgene wat daarin de inkeping vormt van een binnen het corpus van de markering betekenisloos verschil – schriftelijk of mondeling,ingeschreven in het woord,zoals een markering,ingeschreven kan staan binnen een markering,een incisie die de markering zelf markeert. Aan de beide zijden van de historische,politieke,taalkundige grens(een grens is nimmer natuurlijk)is de betekenis,zijn de verschillende betekenissen van het woord sjibbolet bekend:rivier,korenaar,olijftak. Men weet zelfs hoe het behoort te worden uitgesproken. Maar op grond van een unieke ervaring zijn sommigen daartoe niet in staat,terwijl anderen het met de hartmond kunnen uitspreken. De eersten mogen de streep niet passeren,de anderen wel – de streep van plaats,van land,van gemeenschap,van datgene wat plaats heeft in de taal,in talen als gedichten. Elk gedicht heeft zijn eigen taal;het is een enkele keer zijn eigen taal,zelfs en vooral wanneer meerdere talen elkaar daarin kunnen kruisen. Vanuit dat gezichtspunt,dat een wachttoren kan worden,de waakzame blik van een wachter,valt duidelijk te onderkennen hoezeer de waarde van sjibbolet altijd op tragische wijze in haar tegendeel kan omslaan. Op tragische wijze,omdat die omslag het initiatief van het subject,de goede wil van mensen en hun beheersing van de taal en de politiek soms te buiten gaat.Als parool of wachtwoord in een strijd tegen onderdrukking,uitsluiting,fascisme of racisme,kan het zijn differentiële waarde – voorwaarde voor het verbond en het gedicht – ook laten verloederen tot een discriminerende grensscheiding en een politionele techniek van gelijkschakeling en achterdochtige verkaveling.’ (bladzijde 53-54 uit Jacques Derrida ‘Sjibbolet voor Paul Celan’) Wordt vervolgd.