met Derrida ‘Sjibbolet voor Paul Celan’. ‘Maar de grammatica van het werkwoord,de modaliteit van de imperatief,wijst niet per se op een gebiedende orde. Ook het beroep,het verzoek,het verlangen,de smeking,de bede kunnen via dezelfde grammatica verlopen. En hier heeft dit woord,dit woord van orde en order – beroep of verzoek,verlangen,smeking of bede – betrekking op het woord. Dit werkwoord heeft het woord als object,het spreekt een handeling uit die moet worden verricht ten aanzien van het woord,of liever het Woord. Het Woord zegt:besnijd het Woord. Het complement daarvan is het woord,of liever het parool: ‘beschneide da Wort’. Lezen we dat gedicht:EINEM,DER VOR DER TÜR STAND…(65) Het gaat om de besnijdenis van het levende woord. Deze bruuske aanmaning richt zich tot een rabbijn,onmiskenbaar een besnijder. En niet willekeurig wie:het richt zich tot Rabbi Löw./// […]/Rabbi,knirschte ich,Rabbi/Löw:///Diesem/beschneide das Wort[…]/// […]/Rabbi,grincais-je,Rabbi/Loew:///A celui-ci/circoncis le mot[…]/// […]/Rabbi,knarste ik,Rabbi/Löw:///Deze,/besnijd hem het woord[…]/// Laten we dit te besnijden woord,dit voor iemand,aan iemand te besnijden woord,dat dus gegeven moet worden,dat – eenmaal besneden – gegeven moet worden,laten we dat verstaan als een open woord. Als een wond,zult u zeggen. Ja en nee. Open,allereerst,als een deur,open naar de vreemdeling,naar de ander,naar de naaste,naar de gast of naar wie dan ook. Ja,naar wie dan ook,in de figuur van de absolute toekomst(hij die zal komen,preciezer gezegd die zou komen,want de komst van die toekomst,van hem die toe-komt,mag niet verzekerd of berekenbaar zijn),dus in de figuur van een monsterlijk schepsel. De absolute toekomst kan zich slechts aandienen in de gestalte van een monstruositeit,buiten alle anticipeerbare vormen of normen,alle genera om. En daarmee kom ik op de Golem,waaraan het optreden van Rabbi Löw,de uitvinder van het monster,herinnert.'(bladzijde 101-102 uit Jacques Derrida ‘Sjibbolet voor Paul Celan’) Wordt vervolgd. Gisteren in Doodstil (bij Dick en Paulien) installeerde Dick, we waren net op, een oude draaitafel met cassette van zijn vader.Ik haalde een lp van Janacek en een cassettebandje met poëzie van Celan voorgelezen door Celan. Even later hoorden we de stem van Celan.In de stilte van de ochtend droeg hij zijn gedichten voor. Onvergetelijk in Doodstil.