volg Kiene Brillenburg Wurth nu op de voet.Hij wordt duidelijk als hij met voorbeelden gaat werken. ‘Een jaar of zes geleden deed ik mee aan een debatavond over literatuur in de nieuwe media in De Waag. Daar presenteerden Jan Baeke en Alfred Marseille hun cinépoèmes – film- of beeldgedichten – waarin literatuur was veranderd in onderschrift. Het werk heet ‘Wat we hadden is nog niet geweest’. De titel doet dromen en verlangens vermoeden die nooit zijn uitgekomen. De beelden van de cinépoèmes bevestigen dat vermoeden. Het begint allemaal met reclamebeelden uit de jaren vijftig waarin een man en een vrouw rondom de nieuwste keukenapparatuur dansen. De muziek,een wals,hoort bij de films uit die tijd:mierzoet,geruststellend,glitterend,inhalig. Onder in beeld vliegt in telex-stijl tekst voorbij. De tekst staat stil bij dingen die voorbijgaan en aan ons ontglippen,maar we krijgen de rust niet om dit goed te lezen:in beide richtingen,van rechts naar links en links naar rechts,raast de tekst voorbij. De woorden verwijzen vagelijk naar beelden die nog zullen verschijnen in het filmgedicht,zodat een complex geheel ontstaat van beeldschrift. Dit beeld/schrift,klaagden sommige critici,frustreert het lezen dusdanig dat van het gedicht alleen maar vorm overblijft. Is dat waar? En zo ja:is dat erg? Nee,in beide gevallen. Dit gedicht zegt veel meer dan enkel vorm. Of juist:het is geen lege vorm. Die vorm zegt iets over ons,nu,in deze tijd. Het Amerikaans-Koreaanse duo Young Hae Chang Heavy Industries,bestaand uit Marc Voge en Young Hae Chang,werkt al sinds 1999 met flashtechnologie om het schrift in beeld/schrift te doen veranderen. YHCHI maakt stelselmatig hetzelfde werk. Grote zwarte letters in Monaco-font(een van de lettertypes ontwikkeld voor Macintosh OS X) tegen een witte achtergrond schieten in razende vaart aan je voorbij,met één tot hooguit zeven woorden per scherm. Terwijl het ene scherm verschijnt,is het andere al weer verdwenen zodat je weinig wat vast kunt houden van wat je hebt gelezen – zo je daar al aan toekwam. De woorden verschijnen op het ritme van muziek,zoals ook bij Baeke en Marseille. Hier is het jazz:Duke Ellington of, zoals in het werk Dakota(2002),Art Blakey. In Dakota knipperen de woorden op de slagen van Blakey’s Tobi Ilu. Sommigen krijgen er hoofdpijn van. Hoe lang het gedicht duurt weet je niet. je bent overgeleverd aan een verblindend schrift, Niks interactiviteit, De lezer is onmachtig.’ Morgen het vervolg.