met ‘Oog en geest’ van Merleau-Ponty. ‘Hij had ongelijk toen hij haar tot een geheel positief zijn wilde verheffen,voorbij ieder gezichtspunt,alle verborgen aanwezigheid en alle diepte,zonder enige echte dichtheid. Hij had ook gelijk zich te laten inspireren door de perspectieftechnieken van de renaissance:deze hebben de schilderkunst gestimuleerd om op vrije wijze diepte-ervaringen en in het algemeen weergaves van het Zijn voort te brengen. Ze waren verkeerd voor zover ze de pretentie hadden het onderzoek en de geschiedenis van de schilderkunst af te sluiten en een exacte en onfeilbare schilderkunst te funderen. Panofsky heeft in verband met de mensen van de renaissance aangetoond dat dit enthousiasme niet zonder kwade trouw was. De theoretici trachtten het bolvormige gezichtsveld van de klassieken te vergeten,hun hoekperspectief,dat de schijnbare grootte niet met de afstand verbindt maar met de hoek waaronder we het object zien. Dat noemden ze geringschattend de ‘perspectiva naturalis’ of ‘communis’,ten gunste van een ‘perspectiva artificialis’,die in principe in staat is een exacte constructie te funderen. En om deze mythe gestand te doen gingen zij zelfs zo ver Euclides te zuiveren door uit hun vertalingen het Vlllste theorema,dat hun niet van pas kwam,weg te laten.'(bladzijde 37-38 uit ‘Oog en geest’ van Maurice Merleau-Ponty) Wordt vervolgd. Nu verder met Cantos 6 van Ezra Pound. ‘Wat je gedaan hebt,Odysseus,/ We weten wat je deed…/ En dan Guillaume zijn pachtgronden verkocht/ (Zevende van Poitiers,Negende van Aquitanië)./ ‘Tant las fotei com auzirets/ Cen e quatre vingt et veit verz…’/ De steen leeft in mijn hand,de oogsten/ zullen rijp zijn in mijn sterfjaar…/ Tot Louis met Eleanore getrouwd is/ En (hij,Guillaume) een zoon had die de hertogin/ Van Normandië tot vrouw had wier dochter/ De vrouw van koning Henry was e maire del rei jove…/ Gingen voort over zee tot het eind van de dag (hij,Louis,met Eleanore)/ Kwamen tenslotte in Acre./ ‘Ongla,oncle’ moduleerde Arnaut,/ Haar oom voerde bevel in Acre/ Dat haar als meisje gekend had/ (Theaeus,zoon van Aegeus)/ En hij,Louis,voelde zich niet lekker in die stad,/ En evenmin bij de Jordaan/ Terwijl zij naar het palmbos reed,/ Haar sjaal in Saladins helmkap./ Scheidde van haar in dat jaar,hij Louis,/ aldus van Aquitanië scheidend./ En dat jaar trouwde Plantagenet haar/ (bladzijde 43 uit ‘Ezra Pound 15 Cantos’ vertaald en verzorgd door H.C.ten Berge) Wordt vervolgd.