met ‘Oog en geest’ van Merleau-Ponty. ‘Het lichaam is voor de ziel de ruimte waarin ze wordt geboren en de schoot van alle andere bestaande ruimte. Op die manier wordt het zien verdubbeld:er is het zien waarover ik reflecteer,dat ik niet anders kan denken dan als gedachte,onderzoek van de Geest,oordeel,het lezen van tekens. En er is het zien dat plaatsvindt,een honorair of natuurlijk ingesteld denken,gedrongen in een lichaam dat het zijne is,waarvan men alleen bij het beoefenen ervan zich een idee kan vormen,en dat tussen de ruimte en het denken de autonome orde van een uit ziel en lichaam samengesteld geheel invoert. Het raadsel van het zien wordt niet geëlimineerd:het wordt verwezen van de ‘gedachte te zien’ naar de daad van het zien. Dit feitelijke zien en het ‘er is’ dat het bevat halen echter niet de filosofie van Descartes onderuit. Want voor zover het verenigd met een lichaam wordt gedacht,kan het per definitie niet werkelijk worden gedacht. Men kan het in praktijk brengen,uitoefenen en het om zo te zeggen tot bestaan brengen,maar men kan er niets aan onttrekken wat de benaming ‘waar’ verdient. Als men er,zoals prinses Elizabeth,per se iets over wil denken,hoeft men slechts Aristoteles en de scholastiek te hernemen en het denken als lichamelijk op te vatten,dat daardoor niet minder ondenkbaar is,maar wat de enige manier is om voor het verstand de vereniging van de ziel en het lichaam te formuleren.'(bladzijde 40-41 uit ‘Oog en geest’ van Maurice Merleau-Ponty) Wordt vervolgd. En nu weer Ezra Pound. Verder met Cantos 8. ‘En mij dit zo gauw mogelijk zenden./ En zeg tegen de Maestro di pentore/ Dat er geen sprake van is/ Dat hij de muren op dit ogenblik kan schilderen/ Daar de kalk nog niet droog is/ En het werk alleen verspilde moeite zou betekenen/ (buttato via)/ Maar geen enkel misverstand hierover dat ik ander werk/ Voor hem zal regelen totdat de kapellen klaar zijn/ Zodat hij en ik er/ Zoveel mogelijk vreugde aan zullen beleven,/ En opdat hij in mijn dienst kan treden/ En tevens omdat u mij over zijn nijpend geldgebrek schrijft/ Wil ik een regeling treffen om hem zoveel per jaar te geven/ En hem verzekeren dat hij de overeengekomen som zal ontvangen./ U kunt zeggen dat ik een waarborg voor hem/ Zal storten waar hij maar wil./ Maar stuur mij een duidelijk antwoord,/ Want ik ben vast van plan hem een goede behandeling te geven/ Zodat hij de rest van zijn leven/ In mijn gebieden kan komen wonen/ (Tenzij u hem daarvan weerhoudt)/ En ik ben voornemens hier behoorlijk voor te zorgen/ Zodat hij kan werken zoals hij wil,/ Of zijn tijd desgewenst kan verdoen/ (affatigandose per suo piacere o no/ non gli manchera la provixione mai)/ zonder ooit gebrek te lijden./ SIGISMUNDUS PANDOLPHUS DE MALATESTIS/ Il campo Illius Domini Venetorum die 7/ aprilis 1449 contra Cremonam/// …..en omdat voornoemde zeer doorluchtige/ Hertog van Milaan’ (bladzijde 51 uit ‘Ezra Pound 15 Cantos’ vertaald en verzorg door H.C. ten Berge) Wordt vervolgd.