met “Belichaamd zien en denken’, het nawoord bij de Nederlandse vertaling van ‘Oog en geest’. Het essay is geschreven door Jenny Slatman. ”Oog en geest’ is een prachtig gecomponeerde tekst,in een taal die zich heeft bevrijd van theoretische dwang. Het is een tekst waarin je je ook verschillende malen kunt afvragen waar hij nu eigenlijk precies over gaat. Een duiding van de titel kan ons hier een eerste inzicht verschaffen. ‘Oog’ staat voor het lichamelijke van het zien,en daarmee verwijst de titel naar de verhouding tussen lichaam en geest. ‘Oog en geest’ draait echter niet om een tegenstelling tussen lichaam en geest. Net zomin verwijst het ‘en’ uit de titel naar een simpel verband tussen het lichaam en het denken zoals ons dat vaak wordt voorgeschoteld door naturalistische (en reductionistische)opvattingen,waarin alle mentale activiteit teruggeleid wordt tot fysiek aantoonbare hersenactiviteit. ‘Oog en geest’ behelst een analyse van het zien. En zien,zo stelt Merleau-Ponty,doen we niet alleen met onze ogen (of alleen met onze hersenen),maar met ons hele belichaamde zijn. Om te zien moet je bewegen en een bepaalde plek innemen van waaruit je kijkt. Hierdoor heb je nooit een alles overziend perspectief. Belichaamd zien betekent dat nooit alles (tegelijkertijd) gezien kan worden. En hoe zit het dan met de geest,is hij lichaamloos,gedesincarneerd? De geest kan zich inderdaad voordoen als iets wat losstaat van het fysieke wanneer hij in zichzelf is teruggetrokken en alleen op zichzelf reflecteert,zoals in Descartes’ meditaties. Maar een dergelijke geest leert ons helemaal niets over de wereld waarin we ons bevinden.'(bladzijde 73) En nu weer Ezra Pound. Cantos CXV. ‘In Torcello,de gouden draad in het donker patroon./ De muur staat er nog./ Langs het braakliggend veld loopt een pad./ Boomkruinen buigen zich over een laan/ Wind boven wolken,daaronder nacht,/ nauwelijks nog huiveren de anjelieren./// Hoe kan er vrede zijn in de wereld/ als onze vrienden elkaar bestrijden/ Hun snijdende scherpte vermaakte mij in m’n jeugd./ Beati!/ De hemel met iepen dooraderd./ Boven het droomgezicht staat/ het hart./ ‘Van oost naar west verwaaien de bloesems der abrikozen,/ En ik wilde ze behoeden voor de val.’/// Weggewaaid kaf,dat heeft afgedaan,/ maar onsterflijk het licht zingt,/ Bleek schijnsel boven zoutige zeeweiden/ waar helmgras het kerend getij toefluistert./// Tijd,ruimte;/ leven noch dood is het antwoord.’ (fragment) (bladzijde 127 uit ‘Ezra Pound 15 Cantos’ vertaald en verzorgd door H.C. ten Berge) Dit was de laatste Cantos uit dit mooie boek. Wordt vervolgd.