met ‘Belichaamd zien en denken’ van Jenny Slatman;het is het nawoord bij ‘Oog en geest’ van Merleau-Ponty. ‘De schilderkunst biedt tegenwicht aan een wetenschappelijk denken dat zich heeft losgeweekt van de leefwereld. Nu is het natuurlijk de vraag wat de filosofie kan leren van de ‘picturale wetenschap’,’geheime wetenschap’, ‘stilzwijgende wetenschap’ van de schilder. De filosofie,die zich altijd moet verlaten op begrippen,kan uiteraard niet zoals de kunst beweeglijke beelden scheppen. Toch kan er ook binnen het domein van de begrippen gebruik gemaakt worden van een zekere dynamiek waardoor vastgeroeste kaders in beweging gebracht kunnen worden.In ‘Le visible et l’invisible’ schrijft Merleau-Ponty dat de filosoof die ‘een bepaalde stilte tot uitdrukking wil brengen’ zich zou moeten laten leiden door het ‘duistere verkeer van de metafoor’. Nergens in zijn werk heeft hij het idee van een metaforische filosofie uitgewerkt,maar als we zijn eigen manier van schrijven bekijken,zien we dat de metafoor er een belangrijke rol in speelt. In ‘Oog en geest’ vinden we veel termen die zo op het eerste gezicht niet thuishoren in een filosofisch discours:’vlees’,’ontploffen van het Zijn’,’ademhaling in het Zijn’,’stralenkransen van het Zijn’,’splijting van het Zijn’ enzovoort.'(bladzijde 83-84 uit ‘Oog en geest’ van Maurice Merleau-Ponty) Wordt vervolgd. En nu weer Cantos LXXIV uit ‘Ezra Pound De Pissanse Cantos’ ingeleid,vertaald en toegelicht door Paul Claes & Mon Nys. ‘Que s’oblid’ es laissa chazer/ tussen NEKUIA met Alemene en Tyro/ en de Charybdis van de daad/ naar de eenzaamheid van de Taisjaanberg/ femina,femina,die zelfs bij de haren niet i/h paradijs was te slepen,/ onder de grauwe klip in periplum/ de zon met haar sleep van sterren/ een man op wie de zon is ondergegaan/ en de wind kwam als hamadryas onder het zonnebeuken/ Vae soli/ zijn mooi alleen/ onder de slaven slavernij lerend/ en de afgestompten naar de jungle teruggedreven/ zijn nooit alleen ‘HAION HEPIHAION/ zoals het licht dampen opzuigt/ en de getijden Lucina volgen/ hij die in bepaalde opzichten hard was geweest/ één dag als duizend jaren/ zat als de luipaard bij zijn waterbak/ hebt oeros en bizon uitgeroeid zei Bunting/ de pacifist die zes maanden uitzat na de vorige oorlog’ (bladzijde 32-33) Wordt vervolgd.