met Pieter de Nijs over Vilém Flusser. ‘Duidelijk is ook dat ons denken een proces is van elektronen en protonen. ‘Wat we een idee noemen,of een gevoel of wens of beslissing blijkt in werkelijkheid een statistische optelsom van quantumsprongen;wat we waarneming noemen is niets meer dan een samenvatting van quantumsprongen in een representatie.’ In veel opzichten is het eenzelfde proces als dat van ‘denkende machines’. Dit inzicht is revolutionair en dwingt ons tot nieuwe inzichten. We moeten leren dat we denken in beelden, want alles wat we percepties noemen zijn niets meer dan beelden die in het brein worden geproduceerd. En we moeten leren dat denken geen continu discursief proces is:denken ‘quantizes’. ‘Apparaten’ zijn gebaseerd op de 1-0 structuur omdat ze de structuur van ons brein imiteren. Digitale codes vormen een methode om betekenis te geven aan ‘de quantumsprongen in het brein’. En wat we zien op beeldschermen zijn representaties die vergelijkbaar zijn met de representaties die ons brein produceert. Zo bezien is het moeilijk uit te maken of de geproduceerde beelden werkelijke of imaginaire dingen representeren. Dat houdt tevens in dat het mogelijk wordt om de processen in ons brein te bevrijden van psychologische,filosofische en ideologieën.'( bladzijde 4-5 van Pieter de Nijs over ‘Vilém Flusser:Is er toekomst voor het schrijven’)Wordt vervolgd. Nu weer Cantos LXXIV uit ‘Ezra Pound De Pisaanse Cantos’ ingeleid,vertaald en toegelicht door Paul Claes & Mon Nys. ‘Mr Graham zelf onmiskenbaar,/ te paard,een glimp van het oor en van de baardtip/ en de Farben-fabrieken nog intact/ op de toon van Lillibullero/ en de Adelphi naar de bliksem/ nikkers beklimmen het hindernishek/ op het middenplan/ en op afdeling 4 een liggende minzaamheid./ van het Baloeba-masker/ Mr Edwards magnifiek groen en bruin: ’tegen niemand segge/ dat ikke u die tafel ‘eb gemaakt’/ metenamine vergemakkelijkt het urineren/ en de meeste is de liefde/ te vinden bij wie de reglementen/ niet hebben nageleefd/natuurlijk pleiten we niet voor – / maar toch is kruimeldiefstal/ in een bestel dat berust op grote diefstal/ een soort van aanpassing nient’ altro/ door gerechtigheid wordt verlost’ (bladzijde 35-36) Wordt vervolgd.