met Pieter de Nijs over ‘Vilém Flusser;Is er een toekomst voor het schrijven?’. ‘De nieuwe lezer zit niet vast aan het verloop van de tijd en is qua ruimte ook vrij. Hij is vrij om Aristoteles te lezen en daarna Newton,maar kan er ook voor kiezen Newton vóór Aristoteles te lezen. De toekomstige lezer komt met andere woorden boven het historische bewustzijn te staan. ‘He doesn’t read along a line but rather spins his own nets.’ In het digitale tijdperk verandert lineair denken in oppervlakte-denken,in het denken in (tweedimensionale)’surfaces’. Schrijven dwingt ons onze aandacht te bewegen van punt naar punt over de pagina,wat correspondeert met ‘lijndenken’ en met denken in historische opeenvolging ‘ergens naartoe’. ‘Surface thought’ verschilt daarvan in die mate dat beelden informatie niet in een lineaire volgorden zetten,maar die over twee dimensies verspreidt,waardoor de tijd van kijken geen orde afdwingt. Waar beelden zich nog lineair ontvouwen,als in een film of televisieprogramma,houdt dat nog steeds een duidelijke temporaliteit in van ‘surfaces’.'(bladzijde 6) Wordt vervolgd. Nu weer Cantos LXXIV uit ‘Ezra Pound De Pisaanse Cantos’ ingeleid,vertaald en toegelicht door Paul Claes & Mon Nys. ‘en de Plejaden gaan onder in haar spiegel/ Kwannon,deze steen schenkt slaap; bood de wijnschaal/ gras misstaat nergens/ (Grieks zinnetje volgt)/ door uwe kruiden menthe tijm en basilicum/ uit wie en tot wie,/ zal nooit meer nu zijn dan vandaag/ kreeg op een zondag een nieuwe groene reuzensprinkhaan/ smaragd,bleker dan smaragd,/ zonder zijn rechterspringpoot/ deze tent behoorde mij en (Griekse naam volgt)/ druivenpulpeter/ in coitu inluminatio/ Manet schilderde dat jaar de bar in La Cigale of in Les Folies/ en deed haar in krulletjes,zowat à la 1880,/ ros,en haar jurk een Drecol of Lanvin/ een grote godin,Aeneas herkende haar onmiddellijk/ door schilderkunst onvergankelijk als geen ander tijdperk onvergankelijk’ (bladzijde 36-37) Wordt vervolgd.