met Kiene Brillenburg Wurth;’Intermedialiteit & Tree of Codes van Jonathan Safran Foer’, ondertitel ‘Kunst is zichzelf niet meer’. Uit de bundel ‘Draden in het donker’; ‘Intertekstualiteit in theorie en praktijk’. ‘Zulke literatuur vraagt niet meer om een intertekstuele,maar een intermediale benadering. Hier geef ik eerst een overzicht van de geschiedenis en theorie van ‘intermedialiteit’,om daarna in te gaan op het verschijnsel in de roman ‘Tree of Codes'(2010) van Jonathan Safran Foer.( Kiene op zoek naar de cross over;crossing border.Gisteren tijdens het dichtersfestival op het Kattenburgerplein gaf ik een van de dichteressen mijn kaartje waarop een van mijn werken; zij zei meteen:’Ah, dat is een cross over;jij gaat de grens over’.[WB]) Ekphrasis en zusterkunsten,verschil en analogie De beroemde ‘Ode on an Grecian Urn'(1819) van John Keats wil de eeuwigheid in woorden vangen:Ah,happy,happy boughs!that cannot shed/ Your leaves,nor ever bid the Spring adieu/ And,happy melodist,unwearièd/ For ever piping songs for ever new;/ (Keats,1983,114-115) Door de ‘stilheid’, de onveranderlijkheid,van de Griekse vaas te beschrijven,wordt de Ode zelf ook een beetje stil – het neemt zelf iets aan van het object dat het evoceert:’Thou still unravish’d child of quitness’. De vaas staat buiten de tijd,een overblijfsel uit de oudheid dat ons als een ‘historian’ beelden uit het verleden laat zien.'(bladzijde 151-152)Wordt vervolgd. Nu weer Cantos LXXIV uit ‘Ezra Pound De Pisaanse Cantos’ ingeleid,vertaald en toegelicht door Paul Claes & Mon Nys. ‘Le paradis n’est pas artificiel/ maar blijkbaar spezzato/ het bestaat slechts uit scherven onverwacht heerlijke wordt,/ muntgeur,bijvoorbeeld,/ Ladro de nachtkat;/ wachtte in Nemi op de helling boven het meer diep in de dalkom/ wachtte op de beslissing uit de oude eethut die op het kiezelstrand stond,/ Zarathustra,die de plaats moest runnen/ voor Jupiter en voor Hermes waar nu de castellaro is/ geen spoor tenzij in de lucht/ in steen staat geen afdruk en de grijze muren zijn van alle tijden/ onder de olijven/ seaculorem Athenae/ (Griekse zin volgt),/ olivi/ dat wat glimt en dan weer niet glimt’ (bladzijde 39-40) Wordt vervolgd.