met Kiene Brillenburg Wurth ‘Intermedialiteit & Tree of Codes van Jonathan Safran Foer’, ondertitel ‘Kunst is zichzelf niet meer’. ‘The street of crocodiles:My aunt was complaining.It was the principal burden of her conversation,the voice of white and fertile flesh,floating as it were outside the boundaries of het person,held only loosely in the fetters of individual form,and,despite those fetters,ready to multiply,to scatter,branch out,and divide into a family.It was an almost self-propagating fertility,a femininity without rein,morbidly expensive.(Schulz 1977,32) Tree of Codes:/// her/// boundaries///held only loosely/// ready to///scatter(Foer 2010,17) (De lay-out die ik nu noteer klopt niet;u moet de woorden verspreid over de bladzijden zien. De rest van de tekst is weggesneden.W.B.) Zoals in Rühms ‘Jetzt’ doet deze tekst wat hij zegt:Tree of Codes laat de overblijfselen,de contouren zien van het uiteenvallen van tante en voert dit uit in de gefragmenteerde woorden in een witte ruimte die hun begrenzing of omlijsting zijn kwijtgeraakt. Het uiteenvallen van de figuur van de tante is de gefragmenteerde tekst van Foer en vice versa. De rest is aan ons. ‘/////”In one word,” Father concluded,”///an instance//////”(Foer 2010,53) Als we terugdenken aan Keats’ ‘Ode on a Grecian Urn’, waarin het gaat om de eeuwigheid vervat in de ‘Stillness’, de onbeweeglijkheid van een Griekse vaas,kan ons dat verder helpen als een interpretatief kader omdat ‘Tree of Codes’ ideeën over oneindigheid en eindeloze tijd in ‘The street of crocodiles’ letterlijk op de voorgrond plaatst.'(bladzijde 160-161) Wordt vervolgd. Nu weer Cantos LXXIV uit ‘Ezra Pound De Pisaanse Cantos’ ingeleid,vertaald en toegelicht door Paul Claes & MOn Nys. ‘in de dagen van het Berlijn-Bagdad-plan/ en van de foto’s van Tom L. van de rotstempels in Arabia Petra/ maar hij wou niet spreken over/ LL.G en de frambassadeur, hij wilde/ over moderne kunst spreken (T.L. dan)/ maar van tweede,niet van eerste rang/ schoonheid is moeilijk/ Hij zei dat ik teveel kritiek had hij wilde met een drukpers beginnen/ en de griekse klassieken drukken….periplum/ en de heel heel oude Snow verwekte nogal wat/ hilariteit toen hij het (Griekse woord volgt) citeerde/ als repliek op l’aer iremare/ schoonheid is moeilijk/ maar anderzijds zei de president van Magdalen/ (rijmt op jood’len) dat er/ in ‘The Hound of Heaven’ teveel woorden stonden/ een modarn gedecht dat hij had gelezen/ en het leed geen twijfel dat de dons een herenleven leidden in het kolliedzj’ (bladzijde 39-40) Wordt vervolgd.