een gedicht van J.L. Borges uit de bundel ‘De Gezworenen’. ‘ENRIQUE BANCHS/// Een grijze man. Het dubbelzinnige lot/ maakte dat een vrouw hem niet beminde./ Het is een oud verhaal,maar geen verhaal/ in het ondermaanse doet meer pijn./ Wellicht heeft hij overwogen/ zich van het leven te beroven./ Hij wist niet dat dat zwaard,die azijn,/ dat zieltogen,de talisman waren/ hem aangeraakt om de pagina te halen/ die de hand die haar schrijft/ en het hoge kathedraalglas overstijgt./ Na voltooiing van zijn werk/ werd hij een van de velen;/ onsterfelijke dingen heeft hij ons nagelaten.’ (bladzijde 69) Wordt vervolgd. Verder met Stefan Hertmans over J.L. Borges titel van het essay ‘ZIELSVERHUIZING’. ‘Als de magie erin bestaat dat de normale band tussen oorzaak en gevolg wordt gewijzigd,dan is het logisch dat alles met iets anders kan worden verbonden. Ik betrad weer de wereld van de mogelijkheden en liet die van de feiten achter me. Dat is nog iets geheel anders dan willekeur. De mogelijkheden zelf worden bij Borges onmiddellijk een tastbaar feit met een eigen onverbiddelijke logica; je voelt achter elke zin die hij schrijft tal van andere zinnen en redeneringen die van de zopas gemaakte kunnen worden afgewikkeld. Niemand is zo nauwgezet in het afmeten van het vage terrein dat achter zoveel woorden ligt. Borges’ boeken doen wat volgens hem de oude Schrift en de van God afkomstige boeken deden: ze geven de lezer meteen de zekerheid dat ze voor hem alleen zijn geschreven – voor iedereen,maar voor iedereen specifiek en afzonderlijk. Het universum van Borges is gesloten; het laat zich niet zomaar aansluiten op eender welke literatuurbeschouwing. Maar binnenin is het onbeperkt in zijn schakelingsmogelijkheden. Daarom ook is het zo weergaloos,dat je je het niet kunt voorstellen als je er niet meer binnen bent. Dat was wat mij was overkomen: ik kon het mij niet meer voorstellen,deze inwendige oneindigheid. De wereld van Borges lijkt een monade: het is één geheel,het heeft vensters op de wereld,naar alle kanten zelfs,maar het is ook radicaal gesloten. Magisch is vooral de tijdloze ruimte waarin de oudste denkers en schrijversfiguren ons vanuit millennia geleden postmodern genoemde waarheden in het gezicht slingeren. Dat maakt het Borges mogelijk om zich in te leven in de meest uiteenlopende regels,verzen en gedachten. Net als de mythische figuren uit zijn verhaal over de bibliotheek,lijkt hij moeiteloos een ruimte te kunnen doorkruisen waarin de dingen,in een magisch verband,naast elkaar bestaan en toch door een onpeilbaar complot worden verbonden – een transcendente schijn die nooit gepeild kan worden.'(bladzijde 275-276) Wordt vervolgd.