gedicht van J.L. Borges uit de bundel ‘Lof der duisternis’. ‘EINDE VAN HET JAAR/// Noch het symbolisch detail/ dat een drie door een twee vervangt,/ noch die lege metafoor/ welke een spanne tijds oproept/ die sterft en één die doemt,/ noch de voleinding van een aardebaan/ dreigen het hoogland – deze nacht – / met doffe ondermijning of/ verplichten ons te wachten/ op de onherroepelijke twaalfde klokslag./ De ware reden is/ het vaag en algemeen vermoeden/ van het raadsel Tijd en/ de verbazing voor het wonder/ dat,in weerwil van/ oneindig veel toevalligheid/ en ondanks dat wij van Heraclitus’ rivier/ de druppels vormen,/ er iets eeuwigs in ons is:/ doodstil.’ (bladzijde 12) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het essay van Stefan Hertmans over J.L. Borges ‘Zielsverhuizing’. ‘Dat is de reden waarom Borges zich zo nauw verbonden voelt met Dante,dat hij zijn boek uitroept tot het belangrijkste van alle boeken die hij heeft gelezen – en dat zijn er in het geval deze magische bibliothecaris onwaarschijnlijk veel. Hij las uitsluitend de belangrijkste teksten van de afgelopen eeuwen. Wanneer hij de ‘Divina Commedia’ het belangrijkste boek noemt,denkt hij ook aan concurrenten als de bijbel en de koran. Maar anders dan deze teksten die van God afkomstig heten te zijn of in zijn plaats heten te kunnen treden,legt de ‘Divina Commedia’ getuigenis af van de historische tederheid,waardoor literatuur zo groot is kunnen worden. Deze opvatting van literatuur decreteert niets,ze raadt niemand iets aan,ze demonstreert alleen een inlevende verbeelding,die op zoek gaat naar de betekenis van een droom – een droom die de wereld zelf is,zijn bestemming,dat wat de mensen denken,hopen en doen,en alles wat daarin zo onvergelijkbaar en zo onbegrijpelijk blijft. Dalen en stijgen zijn twee metaforen die iets laten zien van de manier waarop de mens denkt over de processen in zijn geest. Dalen en stijgen zijn de bewegingen van de ‘Divina Commedia’,ze bepalen de hele loutering van de weg,de afstand en het leven. Ze zijn constitutief voor de ervaring van het tot inzicht komen. Borges bezit de uitzonderlijke eigenschap dat hij ons rechtstreeks naar de literatuur terug kan voeren – ook,en misschien vooral,als we het geloof in haar dreigen te verliezen;ik bedoel het geloof dat literatuur iets anders doet dan wat de actualiteit,het journaal en de politiek met ons doen. Literatuur kan wel degelijk gevolgen hebben voor het politieke denken denken,maar ze mikt op een andere ervaring dan die van de gearrangeerde wereld. Op het ogenblik dat ik Borges opnieuw ter hand neem met het oog op een lezing,deed ik dat een beetje als een plicht,bijna zuchtend gehoorzamend aan de taak die ik me had gesteld.'(bladzijde 285-286) Wordt vervolgd.