met het essay van Wjm Kok ‘Bicycle Wheel,Het conceptuele model van Marcel Duchamp’ uit ‘Hoe kunst en filosofie werken’. ‘Wat ook meer tot ‘het gestreepte’ lijkt te behoren is het uitgebreide gebruik van axioma’s en stellingen in hoofdstuk twaalf:1227:’Verhandeling over nomadologie -De oorlogsmachine’. Ook het veelvoorkomende gebruik van het woord ‘systeem’ in hun teksten,bijvoorbeeld ‘niet-betekenend systeem’,’witte muur/zwart gat-systeem’,’lijn-systeem’,’blok-systeem’,’nomadisch-systeem’,’lichaam-hoofd systeem’ en ‘gezicht-systeem'(Deleuze & Guattari 1987:294;394;171,vert. auteur)lijkt tot ‘het gestreepte’ te behoren. Dit alles heeft meer weg van een hang naar een systeemanalyse dan naar een open wijze van benaderen die passend lijkt voor ‘het gladde’. op sommige momenten duiden de auteurs zelfs de uitvinding van een van hun bekendste concepten,namelijk ‘rizoom’ als een functie van een systeem(Deleuze & Guattari 1987:6). Modellen,axioma’s,stellingen en systemen zijn allemaal middelen die aanspraak maken op de beheersing van de chaos door controle,weging,bewijs en meting en als zodanig onlosmakelijk zijn gerelateerd aan ‘het gestreepte’. Tegelijkertijd echter delen Deleuze en Guattari hun neiging om zich aan deze vormen van controle te onttrekken,en omarmen ze juist ‘het gladde’ als een lichaam zonder organen,in plaats van ‘het gestreepte’ als hang naar organisatielichamen(Deleuze & Guattari 1987:479). De essentie van ‘het gladde’ in hun werk lijkt niet zozeer te wijzen op een eigenschap van een ding,maar meer op een mentaliteit of denkwijze,zoals een niet te zwaar tillen aan tegenspraak,dialectiek en tegenstellingen,of een zekere gelatenheid waar het gaat om gelijk willen hebben. Ze doen er alles aan om aan tegenpolen te ontsnappen. Zo is het hun uiteindelijk gelukt om in ‘ A Thousand Plateaus’ aan zichzelf als auteurs te ontsnappen,niet alleen als identiteit.maar vooral door de wordingsprocessen die ze met elkaar aangingen in het schrijven zelf.’ (bladzijde 50) Wordt vervolgd. Nu weer een paar aantekeningen van Elias Canetti uit ‘Het geheime hart van het uurwerk’. ‘Door mensen heen kijken,totdat ze werkelijk verdwijnen.'(blz. 96) ‘Iemand komt het leven door,zonder een enkele keer met zijn naam te ondertekenen.'(blz. 96) ‘Hoe intact is een mens,wiens naam niemand kent.’ (blz. 96) ‘De wolk waarin men zich in veiligheid voelt,terwijl anderen sterven.’ (blz. 96) ‘Zich ook in verkeerde herinneringen verdiepen.’ (blz. 98) ‘Heel fijn is op hoge leeftijd het gevoel dat men nog niets is.'(blz. 98) ‘De vormen van de dieren als de vormen van het denken. hij bestaat uit de vormen van de dieren. Hun betekenis kent hij niet. opgewonden loopt hij de dierentuin rond en zoekt zichzelf bijeen.’ (blz. 98) ‘Beter luisteren,naar onverwachte dingen luisteren,niet meer weten waarnaar men luistert.'(blz. 99) Wordt vervolgd.