met het essay van Wjm Kok ‘Bicycle Wheel.Het conceptuele model van Marcel Duchamp’. ‘Terwijl Deleuze en Duchamp ieder voor zich en op hun eigen wijze het dilemma van de ‘representatie/niet-representatie’ probeerden te overwinnen,mogen we aannemen dat Deleuze zich zeer wel bewust was van de ontwikkelingen in de moderne kunst,ook gelet op wat Daniel Smith in de inleiding bij zijn vertaling van ‘Francis Bacon,The Logic of Sensation’ schrijf:Van moderne kunst en moderne filosofie kan worden gezegd dat ze op hetzelfde probleem uitkwamen:beide verwierpen het domein van de representatie en namen in plaats daarvan de condities van de representatie als hun onderwerp. Dezleuze geeft aan dat de twintigste-eeuwse kunst in dit opzicht de filosofie ver vooruit was'(Deleuze 2005:XIII,vert.auteur). Terwijl Deleuze (en Guattari) een interesse ontwikkelde om onder invloed van de zintuiglijke percepten en affecten concepten te creëren in plaats van er slechts op te refelcteren of over te communiceren,maakte Duchamp de weg vrij voor het concept in de beeldende kunsten,door het cultiveren van zijn aversie van de percepten en affecten eigen aan de schilderkunst. Duchamp wilde ontkomen aan het uitsluitend zintuiglijke in de kust,en die uitweg ontdekte hij vooral in zijn readymades. De readymade,en het zwijgen van Deleuze en Guattari Volgens de kunsthistoricus Arturo Schwarz,een van Duchamps belangrijkste mecenassen,werd door de readymade de geschiedenis van de kunst op dezelfde manier verdeeld als de jaartelling na de geboorte van Christus. Ik citeer Arturo Schwarz uit een bericht dat hij me op 29 mei 2011 mailde:'(bladzijde 54-55) Wordt vervolgd. Nu weer een paar aantekeningen van Elias Canetti uit ‘Het geheime hart van het uurwerk’. ”Memoires uit het souterrain’,van hoeveel de wortel,tot in de literatuur van onze dagen! Zelfvernedering en zelfbelediging,een christendom dat zich in het stof wentelt,retoriek van het berouw. Men kent het van zichzelf,een ieder kent het van zichzelf,en toch heeft het iets dat alles vervalst:de labiliteit van de gevoelens als laatste waarheid.'(blz. 111) ‘Ook pijn brengt op een dwaalspoor.'(blz. 112) ‘In plaats van tanden heeft hij woorden in zijn mond zitten. Daarmee kauwt hij. Zij vallen nooit uit.'(blz. 113) ‘Het gaat er niet om hoe nieuw een gedachte is;het gaat erom hoe nieuw zij wordt.'(blz. 114) Wordt vervolgd.