met het essay van Thijs Lijster ‘Het einde van de kunst,het begin van de kritiek’. ‘Hegel en het begin van het einde Voor Hegel staat de kunstgeschiedenis niet op zichzelf. Zij is een stadium in de ontwikkeling van wat Hegel ‘geest’ noemt,en daaronder verstaat hij het principe van rationaliteit dat zich ontvouwt in de geschiedenis. In ‘Fenomenologie van de geest'(2013) betoogt Hegel dat de geest zich veruitwendigt in de natuur,om vervolgens in de vorm van menselijke subjectiviteit weer tot zichzelf terug te keren(d.w.z. op zichzelf te reflecteren). Hegels systeem is wel vergeleken met een ‘Bildungsroman’,die beschrijft hoe de hoofdpersoon (geest) zich door zijn confrontaties met de buitenwereld ontwikkelt en tot zelfinzicht komt,tot het punt dat hij volwassen geworden is. Het laatste stadium van de geest noemt Hegel ‘absolute geest’. Op dit punt wordt de geest zich van zijn eigen ontwikkeling bewust.'(bladzijde 196) Uit de bundel ‘Hoe kunst en filosofie werken’. Wordt vervolgd. Nu weer een paar aantekeningen van Elias Canetti uit ‘Het geheime hart van het uurwerk’. ‘Schoonheden,ja,maar niet in de taal,waarin jij schrijft,in andere talen.'(blz. 132) ‘Geheim leven? Zou er iets verrukkelijkers bestaan?'(blz. 133) ‘Hij betrapt zich op ieder gevoel.'(blz. 133) ‘Niets meer toespitsen. Gedachten in hun naaktheid afbreken.'(blz. 133) ‘Iedere dag probeert een ander van zijn naam een stuk af te bijten. Weet dan niemand hoe bitter dat smaakt?'(blz. 133) ‘Hij bezint zich op alles wat hij niet beleefd heeft.'(blz. 133) Wordt vervolgd.