met het essay ‘Het einde van de kunst,het begin van de kritiek’ uit de bundel ‘Hoe kunst en filosofie werken’. ‘Hegel deelt de kunstgeschiedenis op in drie stadia,die hij de symbolische,klassieke en romantische kunst noemt. Deze beschrijft hij als ‘het sterven naar,het bereiken en het overstijgen van het ideaal als de ware idee van schoonheid'(Hegel 2012:124). De symbolische kunst is de primitieve kunst uit Egypte en het Verre Oosten,waarin de idee volgens Hegel eerder wordt verhuld dan geopenbaard. De abstracte mathematische vorm van de piramiden en de enigmatische vorm van de sfinx suggereren dat er meer is dan het aardse leven,maar wat dit is wordt niet ingevuld. De spirituele inhoud wordt gedomineerd en verborgen door massiviteit van de materiële vorm. De idee vindt volgens Hegel haar meest adequate zintuiglijke uitdrukking in de Griekse godenbeelden. Hier krijgt de geest letterlijk en figuurlijk een gezicht. De godenbeelden zijn niet,zoals de oosterse architectuur,geheimzinnig en abstract,maar transparant en sereen. De inhoud,het menselijk zelfbewustzijn,wordt op volmaakte wijze in harmonie gebracht met de vorm,de menselijke gestalte. De klassieke kunt vormt volgens Hegel het absolute hoogtepunt:’Schoner kan het niet zijn en worden'(Hegel 1970b/2:128). Dit betekent dat alle kunst na de antieke kunst,door Hegel ‘romantische kunst’ genoemd,als kunst ondergeschikt is aan de klassieke kunst die hij in ‘Fenomenologie van de geest’ toepasselijk ‘kunst-religie’ noemt(Hegel 2013:423). De reden hiervoor is tweeledig. Ten eerste wordt in de romantische kunst de harmonie tussen idee en zintuiglijke verschijning verstoord en ten tweede komt de nadruk te liggen op een subjectief gevoel van vrijheid.'(bladzijde 197) Wordt vervolgd. Nu weer een paar aantekeningen van Elias Canetti uit ‘Het geheime hart van het uurwerk’. ‘Alle vergetenen meldden zich in hem en haalden hun gezichten.'(blz. 136) ‘Voor sommigen verwarringen bestaat er geen godsdienst.'(blz. 136) ‘Niet meer dichtbijten,de mond van de volzinnen openlaten.'(blz. 136) ‘De schrijver,wiens kunst bestaat uit zijn gemis aan distantie: Dostojevski.'(blz. 136) ‘Men drukt zijn tijd het meeste uit door datgene wat men niet van hem aanvaardt.'(blz. 137) ‘De vorm van ‘Massa & Macht’ zal nog zijn kracht worden. Met het vervolg zou je dit boek door je verwachtingen verwoest hebben. Zoals het nu is,dwing je de lezers ertoe hun verwachtingen te zoeken.'(blz. 137)