met het essay van Birgit Mara Kaiser ‘Zintuiglijk denken en het vraagstuk van de esthetica’ uit de bundel ‘Hoe kunst en filosofie werken’. ‘Ze blijft het hele toneelstuk lang zwijgen over haar redenen en ze frustreert een ieder die poogt ze uit haar te krijgen,omdat ‘ik weet het niet’ het enige antwoord is dat ze geeft wanneer ze ernaar wordt gevraagd. ‘Ik weet het niet’ is haar meest gehoorde uitspraak,maar het krijgt heel veel nadruk tijdens het eerste kruisverhoor. Der Graf vom Strahl. Wat heeft jou,zeg het mij kort en goed,uit jouw vaders huis gedreven?/Wat kluistert jou aan mijn schreden?/ Käthchen. Mijn edele heer! Daar vraagt u mij te veel./En als ik voor mijn eigen bewustzijn lag/zoals ik nu voor u lig:/Al zou het op een gouden rechterstroon zitten,/Waar alle verschrikkingen van het geweten/het in vlammend harnas terzijde staat;/Dan nog zou iedere gedachte,/Op uw vraag ten antwoord geven:ik weet het niet.(Kleist 2001:444) Ondanks het feit dat Käthchen benadrukt dat zij de redenen niet kent,kan zij niet worden ontmoedigd om de graaf overal te volgen,op een slaafse manier die de graaf uitermate irriteert. Zelfs nadat de manipulatieve Kunigunde zijn verloofde is geworden,denkend dat dit de vrouw van koninklijke bloede is die hem op oudejaarsavond in een koortsdroom is voorzegd,blijft Käthchen hem op de hielen zitten en blijft ze hen tot hun dienst staan. Ze is bereid om een vermeend liefdesbriefje van de graaf uit het brandende kasteel van Kunigunde te redden,iets waaraan het stuk deels zijn titel ontleent. Käthchen komt ongedeerd uit de vlammen en zij doorstaat de vuurproef,maar ze kan haar gedrag nog steeds niet rechtvaardigen. Pas na verschillende plotwendingen – nadat is gebleken dat Kunigunde slechts op de rijkdom van de graaf uit is en Käthchen blauwer bloed blijkt te hebben dan aanvankelijk gedacht en dus een geschikte vrouw voor de berekenende graaf is – krijgt hij steeds meer genegenheid voor Käthchen. Hij probeert nog één keer een uitleg uit haar los te krijgen en onderwerpt haar aan een volgende ’test’:omdat hij weet dat zij praat in haar slaap,ondervraagt hij haar terwijl zij slaapt. Zij is verbaasd dat hij dat eigenlijk aan haar vraagt – insinuerend dat hij,net als zij,de redenen al kent – maar pratend in haar slaap vertelt ze hem wel over haar droom die ze had aan de vooravond van het nieuwe jaar waarin haar een ‘grote,schone ridder'(Kleist 2001:506)werd voorzegd met wie ze dat jaar zou trouwen.'(bladzijde 128-129) Wordt vervolgd. Nu uit de biografie van Elias Canetti geschreven door Sven Hanuschek enkele citaten uit het hoofdstuk ‘Canetti’s Centraal Massief De aantekeningen. ‘Het hoofdwerk van Elias Canetti heet niet ‘Die Blendung’ en ook niet ‘Masse und Macht’. Het enige werk waarin we hem helemaal terugvinden,zijn de aantekeningen.'(blz. 157) ‘Hij schreef aan haar(een ideale lezeres w.b.) over ‘Das Geheimherz der Uhr’ (1987):’Het zou verschrikkelijk,het zou zinloos zijn om dat in één ruk uit te lezen. Sommige mensen proberen het en zijn enigszins geïrriteerd omdat het niet lukt. Het mag niet lukken. De schrijver spant zich niet in om het lezen te vergemakkelijken. Integendeel,hij wil de lezer dwingen om stil te staan. Misschien een hard woord,maar zo is het.”(blz. 158) Wordt vervolgd.