met het essay van Sybrandt van Keulen ‘ Kunst als spel’ ondertitel ‘Van Kant naar Derrida’ uit de bundel ‘Hoe kunst en filosofie werken’. ‘We vervallen tot een oneindige progressie,hetgeen op zijn beurt weer kan leiden tot een verzanden in een nietszeggende conclusie dat alles spel is (inclusief kunst). Er moet noodzakelijk iets anders zijn,het andere in en buiten het spel,niet om het begin van alles te weten – de oerknal van Het Spel – maar alleen om nog iets beters te begrijpen hoe bespelen kan plaatsvinden. Zoals er altijd min of meer onbeslisbare grenswerkingen kunnen ontstaan – spelingen – tussen spelen (Kant,Schiller) en bespeeld worden (Gadamer,Levi-Strauss),zo impliceert ook het spel van asymmetrieën een bespeeld worden door asymmetrie,maar ook het bespelen van asymmetrieën. Wat zijn de voorwaarden voor de mogelijkheid daarvan,van het bespelen van asymmetrieën? Om deze vraag binnen de termen van dit essay te kunnen beantwoorden,vat ik eerst het voorgaande in een zin samen. Spelen is meer dan dubbel,zowel in engere als in brede zin van het woord:drie-,vier- of meervoudig spelen,zoals een meespelen,een niet mogen meespelen,een bespeeld worden,een niet willen meespelen,een wil tot andere spelregels,een ander spel willen spelen et cetera. Vooral wat die ‘wil’ betreft dient zich misschien wel meer dan ooit de vraag aan:waar zou de noodzaak vandaan komen om gevestigde grenzen tussen spel en niet-spel te verschuiven? Een dergelijk vragen naar de oorsprong kan op twee manieren vastlopen:het komt niet van buiten of binnen. Het antwoord gaat in de richting van een derde,ofwel iets dat van meet af aan niet een is. Zij is/zijn in staat om de regel ‘er is geen buiten-ons-spel’ zodanig te onttoveren,dat de grens tussen spel en niet-spel zijn absolute karakter verliest (zonder dat de ouderwetse beschuldiging van spelbederf of spelbreuk opgaat). De grens splijt door een ander spel ;het oude karakter scheurt;er ontstaan verschillende contexten. Van binnenuit en van buitenaf. Een metafysisch antwoord behoort ook tot de mogelijkheden. Te denken valt aam de manier waarop Aristoteles het ontstaan van de kosmos heeft verklaard door het beginpunt van een oneindige regressie van oorzaken te vatten in de formule van de onbewogen beweger. Een parafrasering daarvan levert het idee op van een onbespeelde bespeler. Het is mijn bedoeling geweest om spel en spelen te begrijpen,en vooral hoe kunst als spel kan worden begrepen. Ik koester de gedachte dat het gelukt is,en dat het ook zal helpen bij de beantwoording van de vraag hoe kunst en filosofie werken.’ (bladzijde 287) Dit was het essay van Sybrandt van Keulen. Morgen gaan we verder. Nu nog een kort citaat van Elias Canetti uit ‘Vliegenpijn’. ‘De dieren in ons denken moeten weer machtig worden,zoals in de tijd voor hun onderwerping.’ (blz. 7) Wordt vervolgd.