met het essay van Laura van Grinsven ‘Het spook van Van Gogh’ ondertitel ‘Na de polyloog van Heidegger,Schapiro en Derrida’ uit de bundel ‘Hoe kunst en filosofie werken’. ‘Het werk dat hij maakt is niet de ‘snackbar’ in het museum. Misschien zelfs niet eens de ‘snackbar’ in de optocht,maar het maakproces van anderhalf jaar en de ontmoetingen en samenwerking met buurtbewoners. Het werk is de ontmoeting van de kunstenaar met zijn deelnemers. Gaat het dan om het individu van Deller? Zijn intenties en gevoelens (expressie)? Het namaken van het ‘leven'(Wiedergabe)? Nee. Waar het wel om gaat,is de interactie waaraan Deller,als voorwaarde voor het werk,deelneemt. De in Libanon opgegroeide Rabih Mroué staat bekend om zijn ‘lecture-performances’. Deze ontstaan vaak vanuit een fascinatie die hij op eigen wijze onderzoekt. De resultaten worden in een lezing aan het publiek gepresenteerd (live en later op film). Het is echter geen doorsnee academische lezing,noch onderzoekspresentatie. In ‘Pixelated Revolution’ (2012) stelt Mroué zich de vraag waarom filmers van geweld,bijvoorbeeld in Syrië,niet wegduiken wanneer ze een schutter filmen die zijn loop op hen richt. Op YouTube zijn filmpjes te vinden waarin de cameraman – vaak een burger die met zijn telefoon filmt – neergeschoten wordt. In zijn lezing presenteert Mroué verschillende (wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke) theorieën,betreffende zijn problematiek,zoals cinematografische en psychologische toepassingen. Naast de lezing,die in een installatie plaatsvindt,zijn beelden en objecten te vinden die de bezoeker op hun beurt moet ondergaan en bestuderen om zelf een oordeel te vormen. Het gaat om de beleving. Zo zijn er flipoverboekjes die de bezoeker zelf kan omslaan,waarbij gepoogd wordt het bijbehorende geluid met het beeld (van een schutter die schiet) te laten overeenstemmen. De kunstenaar is in dit werk zelf fysiek aanwezig,hij is het werk. Daarnaast is zijn persoonlijk fascinatie en methodiek (onderzoek) tot het werk geworden,zonder dat het letterlijk van doen heeft met de persoon van de kunstenaar. De kern van het werk ligt echter in het gegeven dat de kunstenaar de bezoekers aanzet tot eigen onderzoek. Zij testen Mroués bevindingen,en in de interactie tussen kunstenaar en bezoeker ontstaat het werk. Ook Renzo Martens is zelf het onderwerp van zijn documentaire ‘Enjoy Poverty'(2008) waarin hij de armste gebieden van Congo bezoekt om mensen te leren dat hun armoede hun allergrootste exportproduct is.'(bladzijde 240-241) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van daniil charms uit ‘ik zat op het dak’. ‘Hoe dreigend kwijnen onze krachten,/hoe dreigend kwijnen onze krachten,/maar Gode hoort onze gebeden,/maar Gode hoort onze gebeden,/en plotseling daalt Gode neder,/en plotseling daalt Gode neder tot ons.///Hoe dreigend kwijnen onze krachten,/hoe dreigend!/hoe dreigend!/hoe dreigend kwijnen onze krachten,/maar Gode hoort onze gebeden,/maar Gode hoort onze gebeden,/en plotseling daalt Gode neder,/en plotseling daalt Gode neder tot ons.///[1937]'(bladzijde 294) Wordt vervolgd.